Vrijheid Blijheid - Reisverslag uit Saarburg, Duitsland van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu Vrijheid Blijheid - Reisverslag uit Saarburg, Duitsland van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu

Vrijheid Blijheid

Door: Jan Bloemendaal

Blijf op de hoogte en volg Jan

19 Juli 2009 | Duitsland, Saarburg

Dag 001, Dinsdag 7 juli 2009, na 22 km bij de snelweg in Isselburg.


Gelukt, gelukt!. Het is weer gelukt om ongezien uit Bredevoort weg te komen. Als een dief in de nacht sluip ik nog ruim voor zessen door een reeds in zonlicht badend Bredevoort. Geen mens kom ik tegen en net na de stoplichten verdwijn ik het bos in. Het bos, waar ik de vorige keer niet door kon, omdat ik toen in het stikdonker de plassen niet kon zien. Nu zijn er geen plassen en is het ook volop dag. ’t Is weliswaar een stuk frisser dan de voorafgaande dagen, maar dat kan mijn wandeling weleens ten goede komen.
Na het centrum van Aalten voel ik mij onttrokken aan de sociale controle van Bredevoort. Hier zal het “Ha Jan” wel niet meer te horen zijn. Geen vragen dus meer te verwachten, waarom ik al zo gauw na de vorige pelgrimage opnieuw naar Santiago wil. Ik wil! Laat dat genoeg zijn. Ik voel dat ik nog één keer moet gaan en dan moet het genoeg geweest zijn. De vorige pelgrimage heeft me zo goed gedaan, dat ik nogmaals zo’n poeier positieve ontwikkeling wil ondergaan.
In het begin van de jaren zeventig volgde ik aan de sociale academie de opleiding tot maatschappelijk werker. Een pelgrimage als deze leent zich uitstekend om de daar opgedane onzin eens kritisch te beschouwen en de nonsens ervan over boord te werpen.

Nog geen half jaar ben ik thuis geweest, een zeer stormachtig halfjaar en een halfjaar waarnaar ik met genoegen en voldoening terug zal kijken. Er is veel gebeurd. De belangrijkste gebeurtenis was wel de ontdekking van de Wandelsite.
Toen ik in januari thuis was gekomen, begon ik weer in de omgeving van Bredevoort te wandelen in het weekend, tot ik op het idee kwam eens te googelen op “wandelen” en “gezelschap” en daarbij de Wandelsite ontdekte. Wat een verstrekkende ontdekking! De site biedt de mogelijkheid om bijna iedere dag in gezelschap een wandeling te maken. En ik heb daarvan in ruime mate geprofiteerd. Sinds eind februari wandelde ik op deze manier liefst op negen en twintig dagen in een groep, meestal in een gezellige groep van vrolijke mannen en vrouwen. Soms zat er aan die wandeldag een dinertje vast, dat dan ook bijzonder gezellig was. Gek genoeg waren de etentjes in de Achterhoek het gezelligst. In die weinige maanden wandelde ik in zeven provincies en met de paasdagen in Frankrijk.
Niet alleen bracht het wandelen mij veel plezier, maar ik begon ook aan een grote schoonmaak, niet alleen met mijn huis maar ook op relationeel gebied. Genoeg om bijna een half jaar later te kunnen zeggen: “Het was goed om de bezem er eens door te halen”. Het is ook goed om weer te wandelen.
Nu, na een halve dag wandelen kan ik al zeggen dat ik er zeker van ben dat deze pelgrimage van een heel ander karakter zal zijn dan de vorige. Het weer is veel beter, warmer dan van de winter en ik zal meer medepelgrims ontmoeten. De reis zal naar verwachting ook een stuk goedkoper zijn, want tot Vézelay in noordoost Frankrijk wil ik in een tent slapen. Vorig jaar moest ik, gedwongen door het seizoen, iedere nacht een hotel nemen en dat begon aardig in de papieren te lopen. Nu dus een tent en dat betekent dat ik ’s avonds niet in een stad moet zijn, maar juist in het vrije veld. Overdag, rondom het middaguur wil ik dan mijn rust- en schrijfpauze nemen.

Wanneer ik kort na enen de Raststätte aan de snelweg verlaat, is het nog droog, maar als ik om drie uur bij Real in Rees binnenwandel, heeft het de helft van de tijd zachtjes geregend. Mijn tenen baren me echter veel meer zorgen, want speciaal die van de linkervoet hebben me pijn bezorgd deze laatste acht kilometer. Als ik de sok uit doe verwacht ik dat de bovenkant van de tenen geen enkel velletje meer zal hebben, doch tot mijn stomme verbazing kan ik niets opmerkelijks ontdekken. De tenen zien er uit zoals tenen eruit behoren te zien. Als ik de schoenveters niet zo strak aantrek blijkt het euvel ook al weer verholpen. Zonder pijn aan mijn tenen wandel ik de eerste uren verder. Bij Appeldorn kan ik eindelijk het verkeer op de drukke B67 de rug toekeren en in het dorpje zelf heb ik meteen aansluiting op een gemarkeerde Jacobsroute, waarvoor ik ook een beschrijving en kaarten heb. Wat een genot die rust, weg van de snelweg.
Het café in Appeldorn heeft als rustdag de dinsdag. Maar in Marienbaum, vijf kilometer na Appeldorn is de Turk geopend om mij een lekkere pizza te verschaffen. Ondertussen heb ik toch vandaag al meer dan veertig kilometer afgelegd. Niet gek voor de eerste dag en dan ook nog met regen..

Marienbaum is net als Kevelaer dat hier tien kilometer vandaan ligt een bedevaartplaats. Het dorp is wel veel ouder, maar ik heb er nog nooit iets gemerkt van het bedevaartgebeuren in deze plaats. Dit in tegenstelling tot Kevelaer, waar je met een beetje geluk altijd wel een paar processies kunt tegenkomen. Kevelaer heeft ook een totaal andere sfeer en geen last van het doorrazende verkeer zoals hier. Meestal ging ik aan het begin van een nieuwe reis even langs Kevelaer. Dit keer doe ik dat niet en ik hoop desondanks dat deze reis toch zal slagen. Het zal mijn zevende keer worden dat ik me op weg begeef naar Santiago de Compostela. Vier van de zes reizen zijn geslaagd te noemen. Ergens in de jaren negentig ging ik er langs op doorreis naar een wintervakantie in de Algarve. Daarna deed ik het in 2002 en 2003 per fiets. De eerste keer via Boedapest en daarna vanaf Santiago direct naar huis. De tweede keer in 2003 rechtstreeks naar Santiago met de bedoeling via Finland heim zu kehren.maar in Litouwen, op driekwart van de af te leggen route, werd ik op een nacht bijna compleet beroofd. In ieder geval zo erg, dat ik met noodpapieren en op kousevoeten met de bus naar huis moest. Daarna probeerde ik in de winter van 2006 Santiago te voet te bereiken. Die poging strandde reeds na drie weken na een ongelukkige val in de buurt van Bitburg, waarbij ik een enkel brak. Het kostte me daarna een paar jaar om uit te vinden hoe betrouwbaar mijn enkel weer was en toen mij die voet geen moeilijkheden meer opleverde maakte ik opnieuw de wandeling naar Santiago. Ik liep weg half september vorig jaar en in januari van dit jaar kwam ik in Santiago aan.

Waarom die belangstelling voor Santiago? Goede vraag! Ik ben niet Rooms, heb ook geen Roomse opvoeding, wel een religieus getinte, maar dan op Protestantse grondslag. Al jarenlang kom ik niet meer in de kerk en een gang naar Santiago heeft het verlangen naar een leven vol geloof beslist niet groter gemaakt. Wat een poespas en wat hebben de mensen vroeger veel over gehad voor hun geloof. Wat een prachtige kathedralen zijn er overal neer geplant, bekostigd door een gemeenschap die vele malen kleiner was dan de huidige. Al die mensen die bouwden aan die godspaleizen waren onttrokken aan de voedselproductie en dat in tijden waarin de doorsnee werkman wel driekwart van zijn inkomen aan voedsel uitgaf. Geen wonder dus dat het niet ongewoon was om wel een eeuw aan een kerk te bouwen.

Morgen gaat het richting Xanten en dan verder naar Rheinberg en Moers.

Dag 2. Woensdag 8 juli 2009. Middag in Menzelen.

De hele nacht door regende het af en toe. Als ik de tent om vijf uur opensla ziet de wereld eruit of de zondvloed op het punt van uitbreken staat. Dikke donkere wolken alom en een vriendelijk zonnetje is nergens te bespeuren. Alles is nat, de tent van buiten door de gevallen regen en van binnen door de condens. De noodzakelijke handelingen om weer aan de wandel te komen zijn nog geen routine. Desalniettemin lukt het in een half uur toilet te maken en in te pakken. Verder gaat het richting Xanten, dat op zeven kilometer afstand zal liggen. Droog zal het niet blijven. Pas om negen uur kan ik bij de bakker aan de markt ontbijten. De prachtige kathedraal die ik in geen dertig jaar van binnen heb bekeken, blijft gesloten. Niemand spoedt zich ter mis. Er is geen mis meer. Het ontbijt smaakt me uitstekend. Tussen de buien door verlaat ik Xanten. Af en toe moet ik schuilen voor de neerstortende regen. In Birten is het café gesloten, een kopje koffie zit er niet meer in tot Menzelen, waar ik om half twaalf arriveer. De Turk is open, daar kan ik wat eten. Het blijft buiÏg. Soms verlang ik naar de herfstwandeling, toen regende het langdurig, maar kon je doorlopen. Nu is alles nat door de hevige buien.

Ook na Menzelen lukt het niet om ongestoord droog te blijven. Erg nat word ik trouwens niet, want als de zon doorbreekt blijkt haar kracht in deze tijd van het jaar. De route die ik loop is goed bewegwijzerd en ook nog beschreven. Bij gebrek aan bezienswaardigheden wordt alles er maar bij gesleept om vermeld te worden. Zo passeer ik een goed beschreven zoutmijn. De grootste ter wereld, zie ik in mijn boekje. Voor mij is het slechts een industriëel project, lelijk en totaal niet passend in het landschap. Wat verderop, dichtbij Rheinberg zowaar een stuk geschiedenis in het landschap, de Fosse Eugenia, het in de tachtigjarige oorlog begonnen kanaaal om de Rijn met de Maas te verbinden in de hoop dat de Nederlandse welvaart een halt kon worden toegeroepen door de handel te verleggen naar Antwerpen. Toen Venlo echter opnieuw door de Staatse troepen werd ingenomen had een kanaal geen zin meer. De stukken van het kanaal zijn overal nog in het landschap te zien.

In Rheinberg is niet veel te doen. De stad is best leuk om te zien, maar Xanten vanmorgen vond ik mooier. Na een kopje koffie loop ik verder richting Moers. Op de richtingborden staat dat Moers twaalf kilometer verder is. Volgens mijn boekje moet ik een en twintig kilometer wandelen. In Budberg strijk ik neer in een allergezelligst café, annex hotel. De chef is Serviër, hij serveert een spaghetti, die wel zo verschrikkelijk lekker is, dat ik er bijna mijn vingers bij opeet, terwijl ik dacht helemaal niet van spaghetti te houden.

Dag 3. Donderdag 9 juli 2009.

Bitterkoud is het als ik kort voor vijven wakker word. Als de slaap niet terug wil komen, dan maar gauw de zaken ingepakt om op weg te gaan. Om half zes loop ik al weer. Ik ben nog eerder actief deze morgen dan de baker in Orsoy, want die gaat pas om zes uur zijn klanten te woord staan. Daar kan ik niet op wachten. Met een nog steeds lege maag vervolg ik mijn weg.
Als ik in een dorpje een bakker zoek, raak ik de weg kwijt en ik vind ook nog geen bakker, wel een benzinestation met wat broodjes en koffie. Langs een weg die niet de Jacobsroute heet, bereik ik Moers. Ik denk heerlijk op een terrasje te kunnen neerstrijken, maar vergeet, dat het pas acht uur is. Moers is ook maar een kleine stad, toch kom ik er aan het dwalen. De postbode helpt me op weg. Nog voor Schwafheim vind ik al weer een broodje en een kop koffie. Kort voor de middag bereik ik de Toeppersee, een grindafgraving die ondergelopen is en voor recreatieve doeleinden gebruikt wordt. Het water lokt om mijzelf ook eens weer grondig te reinigen. Wat een heerlijke uitwerking heeft dat water. Even na het bad is er een horecatoestand waar ik wat eten kan. Grondig gereinigd, maar ongeschoren vervolg ik na de maaltijd mijn weg.

Dag 4, Vrijdag 10 juli 2009, Uedesheim.

In een bocht van de Rijn, ongeveer tien kilometer na Neuss ligt Uedesheim. Geen kip die er ooit van gehoord heeft, maar het stadje heeft wel een heuse jeugdherberg die prijzen hanteert of het een driesterren hotel is. Gedwongen door de overvloedige regen ben ik hier neergestreken. De hele dag heeft het geregend. Vanmorgen toen ik wakker werd in de tent die ik opgezet had onder een op het veld staande boerenwagen, was het gelukkig droog en dank zij die boerenwagen die beschermend over mij heen gebogen stond, ben ik ook de hele nacht droog gebleven. Mijn spullen konden droog de rugzak in. Toen ik twee kilometer verder door het gehucht Ossem liep regende het al weer en het bleef regenen, niet veel, maar genoeg om de hele dag de jas aan te houden en de pijpen van de broek niet af te ritsen. In de middag passeer ik Neuss, zeg maar de linkeroeverstad van Dusseldorp. Ik wandel door het bedrijvige centrum, word aan gesproken door overijverige helpers van de Maltezer orde, doch ik geef niet thuis, tot ik ingehaald word door een charmante hulpverleenster van die orde. Ze vertelt me verleden jaar de Jacobsweg in Portugal gelopen te hebben. Leuk, kort te voren was ik ook al aangesproken door een jonge vrouw die me vertelde dat haar ouders verleden jaar de Camino gelopen hadden. De schelp die achter op mijn rugzak bungelt heeft dus toch wel succes. In Neuss eet ik een pizza bij een echte Italiaan en ik probeer mijn weg te vervolgen naar Uedesheim waar een jeugdherberg zal zijn, volgens mijn boekje. Onderweg daar naar toe, beland ik nog in een horeca bedrijf, schuilend voor de overvloedig vallende regen. Geen mens waagt zich zonder bescherming van een automobiel op straat. Als het lijkt of het droog is, waag ik opnieuw de sprong in het ongewisse van deze gure dag. Net voor vieren kom ik bij de jeugdherberg aan en ik mag meteen een kamer betrekken. Dat is dan ook wel zo ongeveer het enige positieve wat ik melden kan van deze jeugdherberg. De prijs is als van een drie sterren hotel terwijl overal de voorschriften hangen om jou te doen weten wat je wel en niet moet doen. De jeugdherberg moeder, die zich hier echt nog zo laat noemen, geeft blijk van weinig mensenkennis, terwijl het haar al helemaal aan humor schijnt te ontbreken. Ordnung muss sein is kennelijk haar levensmotto. Ik moet beloven,dat ik niet voor acht uur vertrek, want dan zou de deur maar open blijven. Omdat het nog steeds stortregent zit er weinig anders op dan te dansen naar de pijpen van deze moeder overste. Liever was ik voor het geld in een hotel, maar een hotel is hier nergens te vinden. Op mijn kamer staat zelfs een babybedje, maar wat moet ik daar mee? Als ik in de eetzaal naar een kopje koffie vraag, wordt me de heuse koffiebar gewezen, waar een apparaat hangt, omgeven door gebruiksinstructies. De lust om daar een kopje koffie aan te onttrekken ontgaat mij. Ik spoed me naar het dorp, waar ik in een heuse Kneipe, zo waar een glaasje bier kan drinken. Ik raak er in gesprek met de plaatselijke fotograaf die me vertelt de volgende dag op vakantie te gaan met zijn vrouw die nu nog 39,7 koorts heeft. Op vakantie naar zijn Heimatdorf in Beieren.

Het blijft een onzalig oord, deze jeugdherberg in Uedesheim. Als ik naar buiten kijk lijkt het of de zon is doorgebroken door de wolken. Zou het dan morgen echt droog worden?

Dag 5 en 6. Zaterdag 11 en zondag 12 juli 2009.

Voort gaat het weer langs de Rijndijk richting Keulen. Eerst om kwart voor negen kan ik na een goed ontbijt de jeugdherberg achter me laten. Hoewel ik laat voor mijn doen op stap ben gegaan deze morgen is in het toeristenstadje Zons nog geen enkel horecabedrijf open om een kopje koffie te drinken. Pas om elf uur lukt dat. Als ik verder loop over de oneindig lijkende Rijndijk regent het weer. De eentonigheid van de dijk wordt onderbroken als ik bij een bosje aangesproken word door een groep motorliefhebbers die daar neergestreken zijn bij een groot vuur om al bier drinkend het weekend door te brengen. Ze hebben schik deze veelal kale, stoere motorrijders. Ik laat het bij één fles bier en vervolg in de al maar stromende regen mijn weg richting Merkenich, waar volgens de kaart het laatste groen voor Keulen te verwachten is om de tent op te zetten. Zo ver kom ik echter niet, want in Langel, nog vier kilometer voor Merkenich kom ik aan de praat in een Kneipe met Armin en Sabine, die vlakbij de Kneipe wonen en me uitnodigen om de nacht in hun riante woning door te brengen. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd, want de regen blijft uit de hemel stromen. Na een heerlijke maaltijd duik ik het riante bed in.

Vanmorgen bij het opstaan was het nog droog, maar als ik aan het ontbijt zit, is het weer het oude liedje. De regen valt met bakken. Gezellig koutend aan de ontbijttafel tracht ik te wachten tot het droog is. Als dat om acht uur nog niet het geval is, besluit ik toch maar de sprong in het ongewisse van de natte zondagmorgen te wagen. Pas om elf uur, als ik al lang de enorme Fordfabrieken in het noordelijk gedeelte van Keulen gepasseerd ben, wordt het droog. Om twaalf uur strijk ik neer bij de McDonalds bij de dom in Keulen. Hier heb ik internetverbinding. Hier ga ik betere tijden afwachten. Nog een kilometer of zes scheiden me van de stadsrand, waar het weer mogelijk zal worden de tent op te zetten.

Helaas McDonalds heeft me voor de gek. Wel heb ik internetverbinding, maar het lukt niet om daar gebruik van te maken. Vorig jaar in Frankrijk was het bij McDonalds iedere keer raak met de internetverbinding. In Duitsland dit jaar dus niet. Dan maar weer op weg. De Dom wacht eerst nog. Op deze zondagmiddag wandelen honderden mensen door de prachtige Dom. Wat een rijkdom, wat een pracht! Ondanks de drukte is het een genot er rond te dwalen. Ik doe dit misschien al wel voor de vierde keer. Op mijn vorige pelgrimage passeerde ik hier ’s morgens vroeg. Toen heb ik de kerk links laten liggen. Nu geniet ik van de prachtige gebrandschilderde ramen met hun heldere kleuren. Links, rechts gaat het verder door de binnenstad voor ik eindelijk de Luxemburgerstraat bereik die de stad uitleidt. Aan het eind van de stad heb ik ook wel weer schoon genoeg van die stadse drukte. Ik voel me toch lekkerder in een dorp als Efferen, waar ik neerstrijk om een paar pilsjes te drinken, een hapje te eten en wat te schrijven.

De wandeling wilde vandaag eigenlijk niet vlotten. De hele morgen regende het en vanmiddag was het ook niet constant droog. Maar de onpersoonlijke stad met zijn vele toeristen heeft nooit hoog op mijn lijstje van favoriete plekjes gestaan. Op reis ben ik meer een man van een flink dorp, waar de mensen vriendelijk zijn en waar ik niet ongemerkt passeer. In zo’n grote stad als Keulen blijf je een anonieme passant, een anonieme zwerver. Gelukkig heb ik kennelijk in tegenstelling tot vele van mijn collega’s wat geld op zak en hoef ik niet met mijn hele hebben en houden stevig vastgesjord onder bruggen of viaducten te slapen, zoals ik hier veel zie gebeuren. Arme jongens, zouden ze wel geld hebben om af en toe eens een maaltijd te kopen? Vraag je je wel eens af. Wat blijft er van je over, als je aangewezen bent op liefdadigheid? Wat blijft er van je over, als je ook deze liefdadigheid nog niet ontmoet? Hoewel ik nu regelmatig in een tent slaap, zorg ik er toch voor, dat ik schoon en netjes blijf, omdat ik een verwaarloosd uiterlijk afstotend vind. Hoeveel zwervers kom je wel niet tegen, die nog te vies zijn om vanuit de verte met een tang aan te pakken? Er zo uit te zien werkt afstotend. Maar misschien is dat wel de bedoeling van vele zwervers. Ik weet het niet. Ik ga hier straks wat eten, en na den eten wandel ik naar een stil plekje om de tent op te bouwen. Dan wil ik rustig slapen en morgen weer met frisse moed verder gaan. Op dit moment lijkt het wel of de zon schijnt. Koud is het beslist niet, deprimerend bijna wel.

Dag 7, maandag 13 juli 2009, Lommersum aan de Erft.

Eindelijk dan een droge dag. Hoewel, ik schrijf dit om vijf uur en er kan dus nog van alles gebeuren. Maar tot nu toe is de dag droog geweest en redelijk warm. De zon schijnt. Gisteravond neergestreken in een dorpje, Kedenich of zo iets dergelijks, rugzak geparkeerd in de tuin van de pastorie, met de bedoeling terug te komen en dan daar maar de tent opbouwen.
In het nabijgelegen restaurant veroorzaakt mijn vraag waar de weg naar Brühl loopt een Babylonische spraakverwarring. Alle vijf de gasten en de bartendster hebben een andere mening en in plaats van mij de weg te wijzen, raken ze met elkaar in een verhitte discussie. De bij binnenkomst rustige kroeg lijkt nu wel een heksenketel. Heb ik dat veroorzaakt met alleen maar de vraag naar de weg naar Brühl? De waard geeft een rondje Reibekuchen. Ze smaken heerlijk.
Als ik bezig ben in de pastorietuin de tent op te bouwen komt de pastoor thuis. Ik meld me en hij nodigt me uit in de pastorie te komen douchen en slapen. Dat is een meevaller waar ik niet op gerekend had en een die een pelgrimage zo leuk maakt.

Als ik me om half zeven zal melden heeft de pastoor het ontbijt voor me klaar, belooft hij.
Dat lukt. Prompt om half zeven vervoeg ik me reisvaardig in de keuken, waar de pastoor de koffie al klaar heeft en de tafel gedekt. Hij vraagt me honderd uit als ie ontdekt waar ik allemaal gereisd heb. Ondanks het feit dat ie op het punt staat naar een Belgische bedevaartplaats te gaan, neemt ie de tijd voor zijn gast.
Te laat voor de pastoor die me heeft laten weten in Kevelaer geboren te zijn, vervolg ik mijn weg richting Brühl. Tegen koffietijd ben ik daar. Vandaar wandel ik door het bos naar Weilerswist. Bekende plaatsen voor mij, maar nu de omstandigheden optimaal zijn, wandel ik de echte Jacobsroutes, in tegenstelling tot de twee vorige keren, toen ik door sneeuw en de andere keer door overvloedige regen gedwongen werd hoofdwegen te nemen. Voor het middagmaal kan ik al neerstrijken in Weilerswist. Vandaar wandel ik langs de Erft naar Lommersum
Lommersum is maar een klein dorp, zes kilometer voor Euskirchen. Tussen hier en Euskirchen wil ik overnachten. Misschien lukt het me wel om vannacht in mijn eigen tent te slapen. Duitsland lijkt nu wel Amerika, waar je moeite moest doen om in je eigen tent te slapen, omdat je soms wel drie keer op een dag een uitnodiging kreeg om ergens thuis te komen slapen. Maar laat ik niet overdrijven. Stelde ik een week geleden nog dat de pelgrimage nu van een geheel ander karakter zou worden dan alle vorige. Ik schijn nu al gelijk gekregen te hebben. Het is allemaal wat luchtiger, met het zomerweer en wat gewoner ook. Men verwacht nu gasten en in de winter veroorzaak je bijna een schok bij veel mensen omdat je je niet aan de tijden voor toeristen schijnt te houden. Zou het dat zijn?.

Dag 8, Bad Münstereifel.

Toch begint het aardig op Amerika te lijken. Als ik in Lommersum nog even op een terras een braadworstje zit te eten, word ik aangesproken door een man die vorig jaar de Camino gelopen heeft. Hij nodigt me uit om bij hem te komen slapen, maar ik heb weinig zin. Het is warm en ik ben aan mijn bed toe. Ik vertel hem de tent op te zullen slaan aan de Erft. Hij wil me daar treffen, samen met de vriend met wie hij de Camino gedaan heeft. Het zal zo’n vaart niet lopen, denk ik in mijn optimisme, maar ik heb buiten het enthousiasme voor de Camino van deze landbouwer gerekend. Als ik net lekker in mijn tentje lig te snurken, klinkt het opeens “Buen Camino”, de groet die je in Spanje veelvuldig hoort. Geen ontkomen meer aan. Ik hijs me weer in mijn broek en doe me te goed aan het rijkelijk aanwezige meegebrachte bier. Van zijn pelgrimage heeft de boer een prachtig fotoboek samengesteld. Vele situaties op de foto’s herken ik. Als het donker wordt verdwijnen de heren. Ik slaap verder tot half zes. Geen verdere storingen meer deze nacht.

Langs de Erft gaat het deze morgen verder naar Euskirchen. De bakker is er open voor een ontbijt en dan verder langs de Erft naar Bad Münstereifel. Het landschap is prachtig, groen en golvend. In de verte liggen overal dorpjes, door sommige wandel ik doorheen. Om een uur ben ik in Bad Münstereifel. Helaas, ik had gehoopt een Nederlandse krant te vinden in dit toeristenoord, maar ze worden niet te koop aangeboden. Mijn vermaak bestaat uit eten en schrijven. Straks wil ik het avondeten hier nuttigen en dan verder wandelen door het bos naar Blankenheim. Het is tot nu toe de hele dag weer droog gebleven en ik heb goede hoop dat dat de rest van de dag ook het geval zal zijn, zodat ik heerlijk in mijn tent kan slapen. Tot nu toe ben ik al wel een paar keer aangesproken, maar niet met de vraag of ik bij de vrager thuis wil komen slapen. Het is niet alleen nog wat vroeg om al aan de nachtrust te denken, maar de aansprekers waren toeristen die hier tergend langzaam door hun dag trachten te komen. Als het eten op is, dan spreek je maar een rugzak wandelaar aan, in de hoop dat die voor wat vertier kan zorgen. Och wie ben ik om dat iemand kwalijk te nemen?
Een internetverbinding is hier in de verste verte nog niet voorhanden.

Dag 9. woensdag 15 juli 2009. Stadkyll.

Kort voor Engelgau ontwaak ik op de plek waar ik de vorige avond de tent opgezet heb bij de lustig draaiende windmolens. Ongestoord door het benutten van oordopjes heb ik van de nachtrust genoten. Het heeft niet geregend, maar de tent is kletsnat door de dauw en de condens. Het is licht, de zon is nog niet op. Routinematig verricht ik de noodzakelijke handelingen om aan de wandel te komen. Om acht uur kan ik al kort voor Blankenham ontbijten. Deze morgen verschilt niet van de vorige. Blankenheim, waar ik twee maal eerder was, is ook nog steeds hetzelfde charmante toeristenoord. De toeristinformatoie weet me geen internetverbinding aan te geven. Zelfs de bibliotheek kan deze faciliteit niet bieden. Dan maar niet wachten tot om tien uur deze boekerij opengaat. Verder maar naar Kronenbourg.
Helaas ik pak de verkeerde weg en bereik via de intens drukke B51 het dorpje Dahlem. De twee restaurants zijn er gesloten. Onder een morellenboom houd ik siësta. De zure morellen lessen mijn dorst. Ik besluit door te lopen naar Stadkyll, dat ik ken als een levendig stadje met veel horeca. Tussen Dahlem en Stadkyll is de grens tussen Nordrheinland Westfalen en Rheinland Pfalz. In Stadkyll strijk ik neer in het restaurant van een hotel waar ik drie en een half jaar geleden geslapen heb. ‘k Heb er heerlijk de tijd om te computeren, want het is nog maar half vier en ik heb vandaag al meer dan dertig kilometer gelopen. Hier wil ik eten, water inslaan en dan iets verder de tent op zetten.
Sinds gisteren in Bad Münstereifel is de wereld veranderd. Ik wandel niet meer door het gulle Rijnland met alsmaar open zijnde horecagelegenheden, waar mannen zich te goed doen aan bier en braadworst. Neen, gisteren na Bad Münstereifel is het zuinige Duitsland begonnen. Horecagelegenheden zijn veelal gesloten, de streek is veel dunner bevolkt en de mensen zijn veel minder joviaal. Gek genoeg zie je hier wel meer vakantievierders, maar dan jonge mensen op de fiets of wandelend, gebukt onder dikke rugzakken. Pelgrims ben ik nog niet tegengekomen. Maar dat gaat ongetwijfeld één dezer dagen gebeuren.

Dag 10, Donderdag 16 juli 2009, Prüm.

De dagen rijgen zich aaneen in een wandelende eentonigheid, een eentonigheid die thuis al gauw begint te vervelen, maar op reis iedere dag weer nieuw is. Vandaag is het warm zomerweer. Ik ontwaakte in een wei, twee en twintig kilometer van hier bij het dorpje Kersenbach. Nergens een bakker te ontdekken. Ook in het volgende dorpje Ormont, wel een gesloten restaurant, maar geen bakker voor een kop koffie. Dat wordt dus doortippelen tot het stadje Prüm, dat ik ken van twee vorige wandelingen. Vandaag gaat de wandeling grotendeels door donkere en sombere dennenbossen. Bossen die ik liever mijd, dus ik neem de verkeersweg, de B265 die niet druk is, al moet ik af en toe de berm inschieten wil ik heelhuids in Prüm aankomen.
Op de toeristen informatie hoor ik dat Prüm echt aan het internet is aangesloten, maar als ik er om drie uur in de plaatselijke bibliotheek gebruik van tracht te maken, lukt het niet deze berichten te verzenden. De computers dateren uit het stenen tijdperk en zijn bijna net zo langzaam als een wandelaar. Er is geen USB poort en ook een SD kaartje kan ik niet gebruiken. De eigen post ophalen lukt nog net. Hoewel het vorig jaar in Spanje en Frankrijk bijna nooit een probleem was goede aansluiting aan het internet te krijgen, lukt dit nu al een paar dagen niet in Duitsland. Waarschijnlijk hebben de Duitsers net als wij zelf thuis te veel goede internetaansluitingen, zodat er weinig noodzaak is collectieve internetvoorzieningen goed in stand te houden. Toch hoop ik voor Frankrijk mijn verhaaltjes nog te kunnen verzenden.

Om vier uur strijk ik neer op een terras, waar ik heerlijk kan mijmeren over mijn ervaringen op de sociale academie en het sociale werk dat ik gedaan heb.

Wat een vergissingen waren het, maar destijds leek het mij de enige mogelijkheid hogerop te komen. Ik had alleen maar Mulo en daarnaast wat diploma’s verkregen middels cursussen, zoals het middenstandsdiploma en de algemene tuinbouwcursus. Ik had zelfs met goed gevolg het Gelders melkexamen afgelegd en oh ja, op boekhoud gebied had ik ook nog het praktijkdiploma boekhouden. Maar de echte doorbraak dacht ik te bereiken met het volgen van de sociale academie maatschappelijk werk. Er was destijds een deeltijdopleiding, die je kon volgen als je een baan had in het maatschappelijk werk. Ik had braaf wat gestudeerd, zodat ik met goed gevolg het toelatingsexamen aflegde voor de cursus die in september beginnen zou. Op1 april van het zelfde jaar was ik al in dienst getreden van de Reclassering van het Leger des Heils. Aan zowel de opleiding als het werk had ik nooit moeten beginnen, maar ja, dat wist ik toen nog niet. Om nou te zeggen dat beide een lachertje vormden is te kort door de bocht. Achteraf gezien moet je zeggen dat het alle dagen lachen, gieren, brullen was, maar zo zag ik het toen beslist niet. Ik was serieus bezig de academie te volgen en de delinquente medemens te verbeteren.



  • 19 Juli 2009 - 13:01

    Joke Van Vlijmen:

    hoi jan,
    wat leuk om weer iets van je te horen/zien! die wandelsite is inderdaad oké!
    ik ben een beetje jaloers (mag dat?) op je dat je zoveel kunt lopen, ik bedoel fysiek! vorige week heb ik in z-limburg 25 km gelopen, vond ik al een hele prestatie. je eerste 3 dagen heb ik gelezen, morgen de rest.
    hou je taai en ik hoop dat je geen vervelende dingen tegenkomt.
    groet van joke

  • 19 Juli 2009 - 13:03

    Joke:

    nog een kleine aanvullig, ik heb ook de soc. academie gedaan en ben na 2 jaar gestopt, vreselijke bla, bla bla (1980 ongeveer). dus fijn herkenbaar!

  • 19 Juli 2009 - 13:13

    Anita:

    Leuk te lezen dat je weer op pad bent. Lekker sneakey weggeslopen uit Bredevoort. Wat zou ik je graag na doen! Weg van alles, even alles achter je kunnen laten. Met open vizier de toekomst in wandelen. Heerlijk er zo aan te kunnen beginnen. Jammer van alle regen. Maar na de regen komt altijd de zonneschijn dus....veel succes met je tocht naar Santiago. Ik ga je verhaaltjes weer met veel plezier volgen.
    Heb dit hele stuk in 1 adem uitgelezen in ieder geval.

    Groetjes Anita

  • 19 Juli 2009 - 14:21

    Teun - Deventer:

    Dag Jan,

    Op zondagmiddag - met regenbuien,ook hier - je eerste verslagen gelezen. Boeiend hoe je de dagen doorkomt. Wens je de zonneschijn toe die we 1 maand in de USA hadden, 2 keer regen.
    We volgen je, groeten van ons beiden, Teun.

  • 19 Juli 2009 - 16:12

    Wim En Els:

    Dag Jan,

    Liepen wij 14 dagen geleden nog in Bredevoort(kochten ook nog wat boeken) en ik al turend rondkijend of ik nog ene Jan zou treffen ,is hij hem al weer gepiept.Met veel interesse heb ik jouw verhalen weer gelezen en ben heel benieuwd wat jou er weer toebrengt om de zelfde weg te gaan.Jan zijn het boetedoeningen?(grapje)
    Ik wens je een hele mooie weg toe en dat je de tocht met veel plezier en weinig regen mag vervolgen.O ja we waren in bredevoort op onze terugfietstocht vanuit Praag.Hebben toen even 2 dagen in Winterswijk gestaan en daar nog 1 dag rondgefietst.
    Hartelijke groeten Wim en Els uit Borne

  • 19 Juli 2009 - 16:56

    Marten Bruins:

    Hallo Jan,
    Met veel belangstelling heb ik jouw wandelavontuur (tot nu toe) gelezen.Ik dacht dat ik veel plaatsen van naam wel zou herkennen in Duitsland, maar zeker 95% van de plaatsen waar jij door kwam ken ik niet.Je ziet en spreekt op deze manier toch meer mensen dan wij in de 508. Al wil ik niet ruilen!!! Desondanks veel plezier verder met je tocht.
    Groetjes Marten Bruins

  • 19 Juli 2009 - 17:27

    Gerrit Tuitert:

    Ha die Jan,

    Met lichte verbazing lees ik dat je het weer niet kunt laten om deze tocht opnieuw te maken....leuk te horen waar je bent en ik denk bij mezelf....die is ook niet helemaal goed... hahaha.....maar ja ...wie wel???????
    Ik wens je een fijne tijd en kom je vast wel weer ergens tegen...ook sprak ik in Holten de hr Schuppert en heb ik via hem de groeten gekregen van jou.Bij deze dus dezlfde groet retour van mij.

  • 19 Juli 2009 - 19:36

    Mart En Marian:

    Je verhalen zijn weer om te "smullen"Jammer dat je zoveel regen gehad hebt, vooral met de tent is dat niet lekker om 's morgens je boeltje weer in te moeten pakken. Succes verder we volgen je op de voet!

  • 20 Juli 2009 - 07:44

    Ger-Jan Voerman:

    Hallo Jan,

    Ik wens je heel veel plezier en inspiratie op weg naar S.de C. Je schrijft mooie verhalen over je belevenissen!

    Hartelijke groeten,

    Ger-Jan Voerman

  • 21 Juli 2009 - 15:06

    Maarten:

    En opeens was ie weg uit Bredevoort. Ik dacht al toen we mooi weer hadden: die blijft echt niet afwachten tot het de 15e is. Zo ver ken ik je dus al na meer dan 10 jaar. Ik heb met plezier je belevenissn tot nu toe gelezen. Goede reis verder !

  • 21 Juli 2009 - 20:32

    Klaartje Wakker:

    Hoi Jan,
    Boeiend om je verslag te lezen. Ik ben voettocht naar Santiago van Shirley Maclaine aan het lezen. Waarschijnlijk te zweverig voor jou, wist je van de leylijnen van de Pyreneeen tot Santiago? Duurt nog even voordat je daar weer bent. Heb jij boeken bij je? Of doe je het met je herinneringen en je eigen schrijfsels? Ik moet er niet aan denken uren te moeten lopen voor mijn eerste kop koffie. Zo te lezen heb je het tempo er al aardig in. Weet je trouwens nog wie ik ben? Haha. Een beruchte wandelaarster van de wandelsite, die vooral indringende vragen stelt en toevallig daarbij ook nog wandelt. En degene die miezerige fietstochtjes maakt van 1250 kilometer. Geniet van je zevende tocht naar Santiago en dat het mag brengen wat je graag wil. Keep on walking! x Klaartje

  • 24 Juli 2009 - 21:13

    Marijke Van Bommel:

    Dag Jan,
    ken je me nog?
    Je hebt me tijdens de 7 heuvelen wandeling van de wandelsite in een soepkop gefotografeerd.
    leuk je te volgen tijdens je reis.
    ik kan je verslag lezen tot de 16e, er zit een hiaatje van een paar dagen, maar wie maalt daarom?
    Fijne wandeling verder en pas goed op jezelf!
    Marijke van Bommel

  • 26 Juli 2009 - 14:30

    Henk Ha:

    Jan je verhalen intussen weer met belangstelling gelezen. Ik wist niet dat Prüm met zijn abdij op de oude route lag.
    Goeie reis verder Jan en groeten, ook van Ans.
    Henk.

  • 27 Juli 2009 - 23:03

    Haccou:

    Sorry Jan we zijn wel laat met onze reactie op je gezellige reisverslag we waren druk met gasten waar ben je nu?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Duitsland, Saarburg

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

18 December 2009

Prettige feestdagen

18 Oktober 2009

Oost west, thuis best? Of eind goed, al goed

05 Oktober 2009

De laatste loodjes

27 September 2009

Kom je over de hond

17 September 2009

Es viva Espagna
Jan

Actief sinds 11 Aug. 2008
Verslag gelezen: 709
Totaal aantal bezoekers 86815

Voorgaande reizen:

25 Januari 2011 - 31 December 2020

Onbekende duur

15 April 2010 - 15 Augustus 2010

Omweg naar Rome

15 September 2008 - 15 April 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: