Bij Hannover rechtdoor - Reisverslag uit Hannöver, Duitsland van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu Bij Hannover rechtdoor - Reisverslag uit Hannöver, Duitsland van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu

Bij Hannover rechtdoor

Door: Jan Bloemendaal

Blijf op de hoogte en volg Jan

23 April 2010 | Duitsland, Hannöver

Dag 1, donderdag 15 april 2010, Ahaus.

Het middagdutje in het bushokje tussen Vreden en Ahaus doet me goed. Ik ben ook al sinds zes uur onderweg nadat ik om vier uur opgestaan was en sinds één uur al wakker ben geweest. Te vroeg nog om weg te gaan.
Maar als ik om zes uur de deur achter me dichttrek, begint het licht te worden. Het is koud; hier en daar ziet de grond er wit beslagen uit. Het vriest nog. Handschoenen heb ik niet bij me. Af en toe wurm ik mijn handen tussen rug en rugzak. Er zijn nog geen mensen onderweg op de zandweg naar Winterswijk die ik gekozen heb. Om goed acht uur ben ik al in Winterswijk. Daar wil ik koffie drinken.
Bij het stationscafé ligt de Gelderlander. Vanmorgen zal er een verhaaltje in staan over mijn voorgenomen wandeling naar Rome.
Inderdaad, op een grote foto zie ik mezelf wandelend bij café de Zwaan, tegenover mijn huis. Het lijkt net echt. Het verhaal erbij bevalt me wel. Eén exemplaar van de krant neem ik mee, het andere stuur ik naar huis, voor mijn plakboek.
Als ik een half uur later Winterswijk verder doorloop merk ik meteen het effect van het artikel. “Was u vanmorgen in de krant?” Klinkt het. Even later stopt er een auto en ik hoor de chauffeur vragen of ik naar Rome wandel. Een enthousiaste vrouw die me tegemoet fietst schreeuwt al uit de verte dat ze me in de krant heeft gezien. Net als ik Winterswijk wil verlaten, stapt er een dame uit een auto en dan zie ik het. Het is kusgrage Grietje, die zoenend afscheid van me neemt. Verder bereik ik ongestoord de grens.
Meteen merk je goed dat je in Duitsland bent. Het is voorbij met het fantastische voorjaar dat in Nederland vertolkt werd door uitbundig bloeiende tulpen, vrolijke narcissen en stemmige hyacinten. Duitsland is veel ingetogener, om niet te zeggen, dat de tuinen er stijver zijn. Hier en daar bloeit er een eenzame bloembol.
Duitsland betekent ook weg zijn uit het verspreidingsgebied van de Gelderlander, maar de koffie is lekker bij de bakker in Vreden en om half twaalf kan ik er al warm eten. Op naar het vijftien kilometer verder gelegen Ahaus. Langs een drukke verkeersweg met fietspad gaat het verder. Ik zie geen kans door het bos te wandelen. Er lijken geen bospaden in de richting van Ahaus te gaan. Maar het blijft zonnig en eigenlijk heerlijk weer. In Ahaus vang ik bot bij de toerist informatie op mijn vraag of er wandelwegen zijn naar Steinfurt. Dan maar lekker neergestreken op een terrasje voor een koel glas.

Al minstens dertig kilometer heb ik eruit gegooid en de dag is nog lang niet om. Eerst maar eens zien of ik ergens een avondboterham kan vinden.

Dag 2, Vrijdag, 16 april 2010, Emsdetten.

Het was iets te ver vandaag, maar wat moet je als toch wilt eten en drinken? Ik ontwaak na een koude nacht in een bos voor Heek. Snelweg onderdoor en dan het dorp in. De bakker heeft geen koffie en bij de kerk waar ik nog een bakker verwacht, staat een verkoopwagen met brood. Dat wordt dan een droog broodje. In Metelen, tien kilometer verder, lukt het om tien uur lekker bij de bakker Duits te ontbijten. Als ik even later verder wandel wil een vriendelijke vrouw mij wat te lezen meegeven voor onderweg. Maar ik bedank voor deze goede bedoelingen. Ik heb net twee Jehovagetuigen gezien en ongetwijfeld behoort ook deze vrouw bij die club. Neen, dan nog liever Rooms.
Gisteravond werd het nog leuk bij het pizza eten in Ahaus. De Turkse uitbater was er behoorlijk onder de indruk van dat ik naar Rome wilde wandelen. En toen hij niet al te bescheiden naar mijn leeftijd informeerde voorspelde hij mij dat ik wel honderd jaar zou kunnen worden. Hij gaf me een kuipje joghurt mee en een fles mineraal water. Toen hij merkte dat ik geen lepel had, kreeg ik die er ook nog bij. Bij het afrekenen sloeg hij helemaal op hol; het flesje bier was voor zijn rekening en hij beweerde glashard dat ik een kleine pizza had gegeten in plaats van een grote.

Het werd een koude nacht en dat wil ik niet voor de tweede keer meemaken. Veiligheidsspelden kunnen mij daarbij behulpzaam zijn, maar hoe heten die dingen in het Duits? Sicherheitsnadeln? Maar Nadeln zijn toch naalden en hoe noem je dan spelden? De kassajuf bij Schlecker heeft ze niet. Ze verwacht dat ik ze bij de apotheek kan kopen. De vriendelijke apothekeres wil wel rondkijken of er ergens nog zo’n verdwaalde Nadel rondslingert, maar verkopen doet ze ze niet. Dan moet ik naar het Kurzwarengeschäft in de passage. Vijf maal gevraagd en nog niet gevonden. Als ik net op het punt sta een andere weg in te slaan, hoor ik “Suchen Sie immer noch? Ik kan me niet herinneren deze vrouw aangesproken te hebben, maar ze vertelt me, mij aan anderen te hebben horen vragen en zij wijst me feilloos naar het Kurzwarengeschäft waar ik voor twee Euro een warme nachtrust denk te kunnen kopen.

Dag 3, Lotte, zaterdag 17 april 2010.

Helemaal goed gegokt met mijn veiligheidsspelden. Ik speld de twee kopse kanten aan elkaar bij beide dekens en trek ze vervolgens over de slaapzak. Nu heb ik onder mij de dekens en ook boven mij en er is geen gevaar dat de zijkanten onbedekt zijn.
Zonder deze kunstgreep zou ik de nacht niet warm slapend door gekomen zijn, want als het om kwart voor zes licht wordt en ik de buitentent in een boom hang, zodat de condens eruit kan lekken, merk ik dat het ding stijf bevriest. Even later als ik tussen de akkers loop zien die wit van de vorst. Het is bitter koud. De zomerbroek die ik draag is veel te dun, een dikke winterbroek heb ik niet bij me. Mijn bovenlichaam hou ik warm met twee T-shirts met lange mouwen. Het is helder en totaal windstil. Alle windmolens in de verre omtrek staan volledig stil. Uitermate goede condities voor nachtvorst. Maar het zal later op de dag uitstekend weer worden.
Vijf kilometer verder bij de Lidl in Saerbeck is de bakker goed voor een paar broodjes en een Pott koffie.
Daarna eerst de jas uit, een half uur later ook het buitenste T-shirt en als ik tegen de middag Tecklenburg binnen wandel, loop ik in het blote overhemd. Later op de middag lijkt het wel zomer. Ergens geeft een thermometer 24 graden aan. Zou dat echt?
Tecklenburg blijkt niet de moeite van de klim waard. Vaak ben ik er langs gekomen, nooit nog er in geweest. Nu zie ik een piepkleine kern met wat terrasjes en een Fremdenverkehrsburo. Wat verdwaalde toeristen zeuren er rond als figuranten in een derderangsfilm.
Verder naar Lotte. Volgens de fietsrichtingbordjes is dat zeventien kilometer verder. De gele wegborden beloven je al na tien kilometer in Lotte te doen zijn.
De brandweer in Tecklenburg beschikt niet over een stempel voor mijn boekje, maar bij een even verder gelegen Landgasthof drukt men met inkt en verve een mooi stempel in mijn boekje af.
Net als ik vlak voor Lotte om vier uur even op een bank wil rusten word ik aangesproken door een kerel die zich bekend maakt als Herr Schäfer van de Neue Osnabrücker Zeitung. De man heeft een wekelijkse rubriek in die krant die mij sterk doet denken aan het vroegere NCRV televisieprogramma “De Stoel”. Hij wil een interview met mij voor deze op vrijdag verschijnende rubriek.
Ik krijg een veel te kleine hoed opgezet en een dikke warme oranje wollen das om en dan begint de man te fotograferen. Hij is niet gauw tevreden, want na vijfentwintig opnames volgen er nog minstens vijftien. Dan begint hij aan het verbale gedeelte. Hij heeft een bandopname apparaat, spreekt erin en houdt het mij dan voor. Hij tracht mij uitspraken te ontlokken die geldig zijn voor de ganse mensheid, voor alle tijden. Zo goed en zo kwaad als het kan tracht ik het spel mee te spelen. Dit gedoe is erg verwarrend, omdat ik steeds het gevoel heb dat het radio is en ik heb zelden of nooit een interview gegeven waar niet mijn eigen reizen centraal stonden.
Helaas zal de rubriek pas op vrijdag uitkomen en dan ben ik al lang het verspreidingsgebied van de krant uit. Hij belooft me een exemplaar van de krant op te sturen. Dat stel ik zeer op prijs. Van alle honderd kranten- en tijdschriftartikelen die over en van mij verschenen zijn, heb ik een knipsel op kunnen plakken in drie plakboeken. Ik mis slechts één artikel dat ooit in Israël uitkwam.
Het is de eerste keer dat ik in Duitsland in de krant ben en hier ook in tegenstelling tot Nederland maar net als in de USA, Mexico, Venezuela, Curaçao, Brazilië, Israël of Zuid Afrika maakt de journalist de foto zelf. Alleen in Nederland wordt de foto door een aparte fotograaf genomen.
Ik strijk neer in het door Herr Schäfer aanbevolen restaurant “die Bratpfanne” en eet weer eens een heerlijk stuk vlees met pommes met mayonaise.
Morgen Osnabrück door.

Dag 4, zondag 18 april 2010 Ostercappeln.

De dag begint koud in een dennenbosje, vlakbij de bebouwing van Lotte. Ik heb weer heerlijk geslapen, niemand heeft mij gestoord, geen hond ook die er geblaft heeft. Wel hoorde ik gisteravond wat ganzen gakkeren, maar ik had niet direct reden om aan te nemen dat ze dat deden om mijn aanwezigheid te melden.
Na nog geen vijfhonderd meter al een tankstation met broodjes en koffie. Het vriendelijke meisje dat de zaak runt, schenkt me de koffie, omdat ze zelf graag met de motor door de USA zou willen crossen. Tien kilometer scheiden me van het hart van Osnabrück, de eerste wat grotere stad op deze trip. Hoe zal het gaan? Ik denk niet dat ik een beschildering voor wandelaars mag verwachten. (Heerlijk, zo’n germanisme, hè). Maar gelukkig schijnt de zon weer volop, zodat ik wel de richting ongeveer kan gokken. Als ik mis zit, vraag ik het op het goede moment. Meer dan een halve kilometer omlopen wordt het niet. Tien kilometer verder ligt Belm en daar zou ik eventueel wat kunnen eten, maar het blijkt nog te vroeg en voor de bakker voor weer wat broodjes ben ik te laat. Dan maar verder naar Ostercappeln waar ik een heerlijk bord döner naar binnen werk. Buiten blijft het net zomer lijken.

Dag 5, maandag 19 april 2010, Espelkamp.

De nacht is niet koud meer na zo’n zomerse dag als gisteren. Een kilometer of drie na Bohmte, nog steeds in Nedersachsen ben ik neergestreken in het bos, tachtig meter van de weg af. Met de oordoppen in hoor ik het weinige verkeer toch niet. Weinig verkeer is veel onrustiger dan constant druk verkeer.
Om half zeven als ik weer op de weg sta, raast het spitsverkeer langs me heen. Het fietspad aan de overkant van de weg kan ik door de diepe sloot die ervoor zit, niet direct bereiken. Sommige automobilisten beginnen druk te gebaren dat ik op het fietspad moet gaan lopen. Zouden die lui nu echt denken dat er een halve gare op de weg loopt die niet inziet, dat het op fietspad veel veiliger is?
Acht kilometer moet ik, voor er een bakker mij van koffie en broodjes kan voorzien. Iedere morgen verheug ik me erop mijn tanden te kunnen zetten in die heerlijke verse broodjes met kaas of schinken, versierd met tomaten, sla en komkommer. In Levern lukt dat vanmorgen weer.
Voor de vijfde achtereenvolgende dag schijnt de zon volop. Het wordt vandaag de postweg volgen richting Petershagen. Met de middag wil ik in Espelkamp zijn.
Vijftien jaar geleden ben ik daar met de fiets langs gekomen. Het dorp zag er toen erg planmatig opgezet uit en in mijn geheugen is blijven hangen, dat alles daar draait om een psychiatrische inrichting. Niets is echter minder waar. Kort na de tweede wereldoorlog is het dorp gesticht midden tussen bos en hei als opvangcentrum voor verdrevenen uit Oost Pruisen, tegenwoordig een Russische enclave tussen Polen en Litouwen. Op last van de grote drie Stalin, Churchill, en Roosevelt (of was het Wilson?) moesten de Duitsers de Oostgebieden verlaten ten gunste van Polen en Rusland. Omdat het daadwerkelijk verlaten van het gebied de schijn kon wekken dat je niet meer geloofde in de eindoverwinning, daarbij gesteund door het gebod van Hitler te blijven, vertrokken duizenden mensen op het allerlaatste moment. Die hele Duits vrijmaking van het echte oost Duitsland is een drama geweest, die miljoenen het leven heeft gekost. Op school hoorden wij vroeger in de tijd kort na de oorlog niets over deze volksverhuizing. Wij mochten toen nog niet beseffen dat ook het Duitse volk geleden heeft onder de tweede wereldoorlog.
Overal in Duitsland zijn de verdreven opgenomen in dorpen en steden. Hier in Espelkamp werden ze opgevangen in barakken, die later uitgebouwd werden tot een echt dorp. Het brood werd en wordt er verdiend in de vele fabrieken die er opgericht werden. Tegenwoordig maakt Espelkamp een welvarende indruk. Door de omgeving worden de bewoners Russen genoemd en heet Espelkamp Klein Moskou.

Dag 6, dinsdag 20 april 2010, Petershagen.

Tussen Espelkamp en Petershagen kun je vijfentwintig kilometer door onbewoond bos lopen. Daar pas ik voor, niet alleen omdat ik dan de voorzieningen mis, maar ook doordat je in het bos niks ziet. Alle bomen zijn van hout en zien er hier net zo uit als bij ons. Ik hou het wat zuidelijker om door een boerenstreek met prachtige in wit uitgevoerde boerderijen in vakwerkbouw Petershagen te bereiken. Na tien kilometer in Hille hou ik de avondstop. Zal ik een kamer nemen? Maar in de enige Gasthof waar ik nog langs kom word ik voor een kamer vijf honderd meter terug verwezen en daar heb ik geen zin aan. Verder dus. Een koppel van een kleine twintig reeën blijft nieuwsgierig staan als ik op honderd meter afstand passeer. Als ik net links afgeslagen ben, richting Holzhausen vind ik een mooi plekje. ’t Is wel koud, de wind is pal noord.
Bij het opstaan zie ik aan de overal aanwezige windmolens, dat de wind gedraaid is en nog meer lijkt te draaien naar het zuiden. In het westen tekenen zich grote donkere luchten af, of zouden dat de aswolken uit Ijsland zijn, waarvan al enige dagen geruchten tot me doordringen. Kranten heb ik onderweg nog niet gelezen en het journaal sla ik ook iedere dag over. Het kleine Ijsland schijnt weer voor problemen te zorgen in de wereld, maar het fijne ervan ontgaat mij. Ik hoor dat in heel Europa het vliegverkeer stil ligt, maar dat lijkt me op zijn minst aangedikt.
Af en toe valt er een drup op weg naar Petershagen. Ik wandel door enkele dorpen zonder bakker, maar dan toch om half acht een heuse bakker met koffie en broodjes. Vier kilometer voor Petershagen beginnen de nu niet meer te ontwijken bossen.
Er blijkt een Fremdenverkehrsburo te zijn in Petershagen in het voormalige Amtsgericht. Ik wil vragen of er ergens een goedkope kamer te vinden is in Petershagen. Maar het buro is nog dicht. In het erachtergelegen cafetaria hoor ik dat het cafetaria de woning is geweest van de gevangenbewaarder. In het daar weer achter gelegen cellencomplex kun je voor vijf en twintig Euro een nacht in een cel doorbrengen. Maar je krijgt zelf de sleutel. Ondanks de aanwezigheid van een stuk of tien zeer luidruchtige vrouwen, besluit ik me toch maar in een cel te settelen voor een nacht. Ik ben wel toe aan een klein beetje comfort en beschaving.
Na een middagdutje de stad in. Het Fremdenverkehrsburo is nu open, maar de dienstdoende juf verzekert me dat ik nergens in de stad het internet op kan en dat ik mijn klamotten ook niet kan wassen. Achter haar buro mag ik even zien of ik belangrijke e-mails heb, maar de was doet ze niet voor me.
In de bibliotheek blijk ik probleemloos het internet te kunnen raadplegen, maar dat heeft nu geen zin meer. Wat doe je nu met een toerist informatie die hiervan niet op de hoogte is? Kranten lezen in de bibliotheek lukt helaas niet, daarvoor is in dit kleine stadje te weinig belangstelling. Dan maar in het café van de supermarkt mijn verhaaltje getikt. Op de terugweg naar de gevangenis, loop ik even de St. Petri kerk binnen, een zeer sober ingericht kerkje. Er blijken hier in Westfalen veel meer protestantse kerken te zijn dan ik verwacht had. Verwarrend vind ik het altijd wel dat in die evangelische kerken, dan wel geen beelden staan, maar men heeft er toch geen enkel bezwaar tegen crucifixen op te stellen met een beeld van Christus eraan. Dat zal je in een calvinistische kerk niet tegenkomen.

Dag 7, Stadthagen, woensdag 21 april 2010.

Versmaadde ik gisteren de bossen, vandaag denk ik er heel anders over. Er waait een koude wind uit het noordwesten, die niet getemperd wordt in deze open boerenstreek. Af en toe vallen er zelfs witte vlokken, dan is het bitterkoud en als dan even later de zon weer door de wolken breekt, krijg ik het al gauw te warm met de jas aan.
Gisteravond voor niks zitten te tikken in het cafetaria van het Amtsgericht. De tekst is niet bewaard gebleven, maar er gaat vandaag behalve het weer en de tekst nog meer mis.
Even voor half negen verlaat ik de cel. Tamelijk laat voor mijn doen, maar niet eerder dan half negen zal ik kunnen ontbijten. Althans dat denk ik. De vriendelijke cipierster heb ik gisteravond gevraagd of ik om zeven uur kon ontbijten, ze antwoordde daar nogal nonchalant ja op, maar ik heb haar niet serieus genomen. Ik ben de enige gevangene en welke pension juffrouw staat nu anderhalf uur eerder op voor een enkele gast? Meestal lukt het nog niet om een half uur van de regel af te wijken. Teleurgesteld laat ze me bij binnenkomst dan ook meteen weten dat ze al anderhalf uur zit te wachten. Dat voelt niet goed, maar ik kan het niet terugdraaien. Desondanks is het ontbijt uitbundig. Een ei, harde broodjes en knäckebröd, een paar soorten kaas, drie soorten vlees, zalm en ander visbeleg. En als ik bijna uitgegeten ben komt ze nog met een vers gebakken roerei. Ik schaam me dat ik de goede bedoelingen van de sympathieke vrouw niet serieus genomen heb..

Vanaf de andere kant van de Weser heb je een prachtig zicht op Petershaven. De Weser vormt nog niet de grens tussen Westfalen en Nedersachsen. Nog een kleine tien kilometer kaal Westfalen, voordat ik tegen een uur of twaalf de beschuttende bossen van Nedersachsen bereik. Om vier uur ben ik op de markt in Stadthagen, een prachtig plein met zelfs een in vakwerkbouw uitgevoerde Gasthof uit 1573. Maar het blijft koud.
Als ik een goedkope kamer kan krijgen, neem ik die.
Het zijn nu nog vijf en veertig kilometer naar Hannover.

Aan de rand van Stadthagen schaf ik me een fles mineraal water aan. Helaas hebben ze alleen anderhalf liters flessen en die zijn me net zwaar genoeg, hoewel ik ruimte genoeg heb in de rugzak.
Het zijn nog elf kilometer naar Bad Nenndorf, dus dat zal ik vandaag wel niet meer halen. Eigenlijk heb ik geen zin meer nog lang door te lopen en ik ben dan ook blij, dat ik bij een Gasthof een uurtje toeven kan. Een kamer daar kost vijf en dertig Euro en dat is me zo kort na de vorige kamer net iets te veel.
De waardin meent dat ik Bad Nenndorf niet meer kan bereiken voor het donker, maar als ik haar verzeker, dat ik wel ergens een plekje vind in het bos voor mijn tent, biedt ze aan de tent in de tuin op te zetten. Dat vind ik prima, als ik maar beschut ben tegen de wind en uit het zicht van de weg. De plek blijkt aan beide voorwaarden te voldoen en dan mag ik ook nog douchen.
Tent opgebouwd en heerlijk fris gewassen kan ik een half uur later weer in de gelagkamer plaats nemen.

Wat heb ik het tot nog toe goed in Duitsland. Wat ontzettend veel aardige en gastvrije mensen kom je er tegen. Ik had wel verwacht, omdat ik zelf de route uitzet, dat de mensen meer in me geïnteresseerd zouden zijn dan wanneer ik als “nummer 127 dit jaar” langs een uitgestippelde route wandel, maar zo veel positieve reacties, zo kort bij huis had ik toch echt niet verwacht. Het doet me goed.

Dag 8, Gehrden, donderdag 22 april 2010.

Ooit gehoord van dit niet bijzonder mooie en niet grote stadje, vlakbij Hannover?
Er is niet veel te doen hier en met koffie drinken tracht ik de tijd te doden. Als ik door zou lopen beland ik in Hannover en dan zit ik zeker vast aan een dure kamer.
Om kwart over zes heb ik de rugzak al weer op. Er raast veel verkeer over de B65, maar in het hotel lijkt iedereen nog te slapen. Ik druk een visitekaartje met “Vielen Dnk” er op geschreven door een spleet van de achterdeur en begeef me op weg naar Bad Nenndorf, dat zo’n twaalf kilometer verder moet liggen. Hoewel ik verlang naar een bak koffir met een paar heerlijke broodjes, moet ik toch niet te snel lopen wil ik niet nog vandaag in Hannover terecht komen. De zon schijnt heerlijk, maar de krachtige noordwesten wind is koud, maar gelukkig heb ik hem grotendeels in de rug. De streek heuvelt iets en soms levert dat prachtige vergezichten op. Om negen uur schuif ik aan bij de bakker in Bad Nenndorf. Bad Nenndorf heeft het karakter van een negentiende eeuws kuuroord. Het zal ongetwijfeld in de negentiende eeuw gesticht zijn voor de kuren of het kuren van rijke Duitsers. Gezien de vele plaatsnamen in Duitsland die met Bad beginnen moet er heel wat afgekuurd zijn in Duitsland. Gingen wij Nederlanders om te kuren alleen naar Scheveningen en verder naar Duitsland? Was het niet koning Willem III die ook in Duitsland kuurde, of was het zijn eerste vrouw Sophie die ook regelmatig naar Duitsland aftaaide om te kuren. De gewonen man kuurde niet, de gewone man had geen kuren. En wordt er tegenwoordig eigenlijk nog gekuurd? Ik ben er niet mee op de hoogte. In ieder geval is goed te merken door de ruime opzet van het dorp en de grote gebouwen dat je niet in een boerendorp bent.
Verder gebeurt er vandaag niets bijzonders. Het weer blijft zonnig en koud. In Gehrden is niets te doen en ik moet mijn tijd min of meer uitzitten wil ik vannacht nog voor Hannover de tent opzetten.
Morgen in Hannover eens zien of ik deze hersenspinsels op het internet kan zetten.


  • 23 April 2010 - 15:33

    Grietje:

    Jaja.... en ik kreeg zowaar een kus terug!

  • 23 April 2010 - 15:50

    Marten:

    Hoi Jan, Mooi avontuur ben je weer begonnen!Nooit geweten dat je bij duitse bakkers behalve brood ook aan de koffie kunt! En zo te lezen doe je dat nogal eens. Volgende week hebben we weer een camper weekend met de "groenen".Dan zullen we het er nog wel eens over hebben dat jij met je sterke armen in één keer een tafel middendoor sloeg....
    Veel wandelplezier verder

  • 29 April 2010 - 18:18

    Maarten:

    Nog bedankt voor je zeer attente toezending van een verjaarskaart. En dan nog speciaal eentje uitgezocht met een toepasselijke tekst. Zo te lezen is inderdaad een tocht door Duitsland van een ander karakter dan door Frankrijk. Het weer is nog niet tegengevallen en ik hoop dat dat lang zo blijft.Het ga je goed. Goede reis !! Maarten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Duitsland, Hannöver

Jan

Actief sinds 11 Aug. 2008
Verslag gelezen: 428
Totaal aantal bezoekers 86840

Voorgaande reizen:

25 Januari 2011 - 31 December 2020

Onbekende duur

15 April 2010 - 15 Augustus 2010

Omweg naar Rome

15 September 2008 - 15 April 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: