Bij de Aalterpoort in Bredevoort - Reisverslag uit Bredevoort, Nederland van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu Bij de Aalterpoort in Bredevoort - Reisverslag uit Bredevoort, Nederland van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu

Bij de Aalterpoort in Bredevoort

Door: Jan Bloemendaal

Blijf op de hoogte en volg Jan

10 Juni 2010 | Nederland, Bredevoort

Dag 57, Donderdag 10 juni 2010, Bredevoort.

Ik was voor de poorten van Wenen toen ik voor het laatst wat plaatste op het internet.
Ik vervolgde mijn weg tot in Wenen, schreef iedere dag wat over mijn belevenissen, al waren die dan ook niet veel meer dan dat het iedere dag regende.
Het regende en het regende en het regende. De schöne blaue Donau zag bruin van alle grond die het water van de overstroomde oevers meevoerde. De krantern stonden er vol van dat de maand mei, sinds de optekeningen van het weer in 1880 begonnen waren, nog nooit zo veel vallend water te zien had gegeven. De gewassen op de velden waren niet om aan te zien. De maïs soms nog geen tien centimeter hoog, leek er wel verlept bij te staan. Ik sliep in hotels in Oostentijk. De Oostenrijkers, hoewel ze niet hele dagen zingend hun bezigheden verrichtten, stelden me toch niet teleur. Ik vond ze vrolijk ondanks het slechte weer.
En toen op vrijdagmiddag 4 juni passeerde ik de grens met Slowakije. Ik at er pelmeni, het enige gerecht wat het cafetaria aan Slovaakse kant kon opdienen. In de verwachting dat de niet-Slowaak het gerecht niet kent, werd het “pasta with meat” genoemd. Toen ik het restaurant verliet, kwam de zon aarzelend tevoorschijn, alsof ze er op had gewacht dat ik Oostenrijk uit was. Ik worstelde me door Bratislava, waar duidelijk niet op mijn komst gerekend was. De Donau passeren vormde een probleem, want er stond aangegeven, dat over de brug slechts snelverkeer mocht rijden. Dat zou op zichzelf nog geen probleem voor me zijn om toch de snelverkeersweg te nemen, ware het niet dat ik bijna constant politiesirenes hoorde gillen. Niet een bordje of het snelverkeer zou me verhinderen de Donau te passeren, maar de politie zou me ongetwijfeld van de weg afplukken.
Wat te doen? Natuurlijk, zoals het in het socialisme al gebruikelijk was, werd hier ook niet publieksvriendelijk niet aangegeven hoe een eerzame wandelaar de Donau kan passeren. Vanaf de overkant van een zijweg die ik ben ingeslagen zie ik een oude man langzaam richting Donau fietsen. Misschien fietst hij over de Donau en kan ik door hem te volgen de brug vinden. Tja, dat lukt. Onder de snelweg en naast het spoor hangt een fietsbrug. Aan de overkant weer met dezelfde publieks onvriendelijkheid nergens aangegeven waar je naar links naar toe gaat en waar het pad rechts henen loopt. Ik sla links af, maar het pad houdt op. Wat afgesleten gras gaat naar rechts in de richting die ik uit wil. Ik worstel me verder, door deze vijfmeterbrede vallei tussen spoor- en autoweg, stuit op een lappentent van een dakloze die niet thuis is. Nog honderd meter verder, dan word ik tegen gehouden door een omgevallen boom. Op de autobaan blijf ik de politie sirenes horen gillen. Dan de hoge steile spoordijk maar op, daar verwacht ik tenminste geen politie. Het is uitkijken, want regelmatig heb ik een trein horen passseren. Aan de overkant van de spoordijk word ik opgewacht door drie fors tekeer gaande honden. Met in gedachten dat blaffende honden niet bijten, glij ik de dijk af naar ze toe. Onderaan de dijk hoog gaas naar links en naar rechts. Ik moet naar links. Hoe lang moet ik me nog door deze jungle van doorns en andere voortgang verhinderende planten verdergaan? De bazin van de honden zit achter het gaas in een volkstuin die als kennel dient mijn bewegingen gade te slaan. Als ze me door haar tuin wil laten, kan ik tenminste over een pad aan de andere kant van het gaas verder. Dat lukt, de vrouw sluist mij door haar tuin, zoals een cipier je vroeger de gevangenis in en uit lootste. Ik vraag haar de richting naar Boedapest, die ik eigenlijk wel weet. De vrouw wijst me na enig nadenken de richting die ik ook in gedachten had. Ik loop verder, nu tussen drie in gebruik zijnde en drie ongebruikte sporen.
Welkom op de linker Donauoever in Slowakije!
Dan een dwarsweg en ik sta in een buitenwijk van Bratislava. Een pizzeria verschaft mij enige voedsel. Verder, want ik moet deze haveloze buitenwijk met hoge flats verlaten voor het donker wordt. Kilometers gaat het door. Tegen achten zie ik eindelijk weer landbouwgewassen. Een tentplekje lijkt me een weitje met gemaaid gtras. Nog even wachten totdat het donker wordt.
Zaterdag 5 juni, de eerste dag met het beloofde zomerweer is aangebroken. Stralend aan een onbewolkte hemel bijft de zon lekker schijnen. De wind komt heel zwakjes uit het zuidoosten, een verheugend teken. Ik loop verder. Ook zondag hetzelfde weer. Ik loop langs de verkeersweg naar Komarno, dat in Bratislava stond aangegeven op honderd kilometer afstand te liggen. De stad vormt het Slowaakse deel. Aan de andere kant van de Donau, die de grens vormt met Hongarije ligt Komaron. Daar wil ik oversteken naar Hongarij. Het is heerlijk lopen met dit weer. Maandag ben ik om half elf in een dorpje, waarvan ik de naam niet meer weet, tien kilometer voor Komarno. Ik heb al wel gemerkt dat Slowakije een heel andere verhouding heeft met horeca dan Tsjechië. Kwam je in Tsjechië 's morgens om half tien een café binnen, dan werd je de menukaart al voorgehouden. Hier heb je moeite een gelegenheid te vinden waar gekookt wordt. Maar in dit dorp is een familiepension, zoals het zichzelf aanprijst. Wie weet, kan ik er eten.
De beheerster vertelt me in perfect Engels, met Amerikaans accent, dat het nog te vroeg is om te eten. Als ik een halfuurtje wil wachten dan kan ik mee eten. Ik vermaak me door te schrijven. Een soort menu legt de vrouw op tafel. Bestudering brengt aan het licht dat het een weekschema is. Ik herken de dagen van de week aan het woord voor zaterdag dat op "sabbat" lijkt en hier op de zesde plaats staat. Wat ik te eten krijg weet ik pas als er wordt opgediend. Bonensoep wordt het genoemd, maar er zit maar een enkele boon in. De rest is lekker vlees. Naar verkiezing kan ik er geperste knoflook doorheen mengen. Met twee heerlijke eigengebakken stukken brood blijkt dit de hele maaltijd te zijn. Ik geniet, want de soep is echt fantastisch. Kosten van deze maaltijd drie Euro. Het pension fungeert ook als een soort tafeltje dekje. Verschillende oudere mensen komen binneschuifelen en laten hun gamellen vollopen met soep en sloffen dan weer huiswaarts. Ze eten er goed van.
De baas van het pension spreekt wat Duits. Hij nodigt me uit voor een schnaps, die ik afsla. Het gebak dat de vrouw des huizes me aanbiedt kan ik echt niet afslaan, ik zou haar persoonlijk beledigen.
Bij de betaling krijg ik een ansichtkaart van het pension mee. Met een gevuld gevoel, vervolg ik mijn weg. Nog tien kilometer naar Komarno. Ik heb al twinitg kilometer gewandeld die dag. Het wordt heet. Vijf kilometer voor Komarno een dorpje.
In de kale kroeg drink ik een pilsje. Eigenlijk heb ik geen zin meer om verder te wandelen.
Ik vind dat ik hier moet stoppen voor vandaag. Vijf kilometer verder is de stad, waar ik weinig tentplekjes mag verwachten, ook niet op de Donauoever want die zal wel net als overal elders onder water staan. Dan zou ik door moeten lopen naar de Hongaarse kant. Daar mag ik dezelfde situatie verwachten. Dat zou beteken dat ik nog wel vijftien kilometer verder pas een tentplekje kan vinden.
Hier in het dorp naast de kerk is een plantsoen, dat verdeeld wordt door ligusterheggen van een meter hoog. Het park is rustig. Als ik er even sta te kijken, zie ik tenmiste geen mens.
Ik ga terug naar de kroeg om te schtrijven en een biertje te drinken. Eten kunnen ze me niet anders aanbieden dan een zak chips.
Als ik tegen donker worden terugkom in het park, word ik daar bij het tent opbouwen gestoord door vijf jongens van bij de twinitig. Wat ze zeggen ontgaat mij. Slowaaks is niet mijn beste vreemde taal. De jongens verdwijnen. Ik bouw verder. De tent komt niet boven de heggen uit. Alleen ik zelf kom bij het bouwen er boven uit.
Als ik om vier uur wakker word, is de rits van de tent open. Overal buiten zie ik plasic zakken liggen; mijn plastic zakken. Foute boel, besef ik. Een meter buiten de tent ligt mijn buiktasje, waar ik mijn camera en portemonnee in meetors. Het mes, de kam en de pen zitten er nog in. De camera is weg. De portemonnee ook.
Grapje. Er zitten vast mensen achter een heg die dadelijk tevoorschijn komen en dan roepen "Grapje, we wilden je aan het schrikken maken". Maar niemand komt te voorschijn, zodat ik de plastic zakken zelf maar bij elkaar raap. Ook de hele rugzak met netbook en nog meer belangrijke dingen zijn weg. Telefoon nergens te vinden. Mijn bril ligt nog in de tent, maar de reservebril die in de rugzak zit is met de rugzak mee. Mijn schoenen liggen op een andere plaats, duidelijk teruggegooid. Mijn linnen toilettas ligt even verder. Het scheerapparaat en de shampo zijn er uit. Tandenpoetsen wordt mij nog toegestaan. De zeep is er ook nog. Naast de toilettas ligt mijn portemonnee. Het vak met het dagelijkse geld is leeg. Aan de achterkant het vak met het reservegeld is onaangeroerd. Ik kan wel huilen van geluk, want ze hebben de vijf briefjes van vijftig euro niet gevonden en zijn zo stom geweest om de portemonnee weer te laten vallen. Nu zie ik het weer zitten. Van twee honderdvijftig euro kan ik de terugreis wel betalen Het zal krap zijn, maar het kan lukken.
Bij het tent afbreken zie ik dat ie aan het voeteneinde is opengesneden. Zowel door de buitentent als door de binnentent loopt een grote snee. Mooi, dan kan ik het ding met een gerust geweten weggooien. Eigenlijk nooit zo'n prima tentje gehad, een Gehlert. Het heeft maar vijf en twintig Euro gekost, maar het was zo goed geschikt voor mijn doel. Nu laat ik het achter een boom achter met wat andere spullen zonder geldswaarde. 't Is net of ik mijn reis nu begraaf.
Wat ik heb mogen houden past in twee plastic tassen.

De politie in het vijf kilometer verdere Komarno reageert verbaasd alsof ik hen lastig val met niet terzake doende dingen. Ze spreken net zoveel Duits als ik Russisch, dus dat moet lukken. Bovendien dragen de dingen die het meest waardevol zijn internationale woorden als camera, telefoon en computer.
Als ik denk nu zal de procedure wel beginnen, hoor ik "das ist alles". Een papier met een opsomming van wat ik mis, is uit de printer gedraaid en ondertekend en ik mag weer gaan.
Ik wil wel protesteren, maar hoe zal ik? Ze hebben niet eens gevraagd waar het gebeurde, niets. In geen enkel detail zijn de heren geïnteresseerd. Alleen het papier dat kennelijk voor de verzekering moet dienen is het resultaat van mijn politiebezoek en ik ben niet eens verzekerd.

Het busstation naast het treinstation ziet er verwaarloosd uit. Geen busverkeer op dit moment. Dan eens vragen bij de trein. Een kwartier later zal er een trein vertrekken naar Bratislava. Er wordt gesproken in termen van "zweiter Zug, Novy Zankty". Ik begrijp dat ik in die plaats waarvan ik nooit gehoord heb, moet overstappen.
De trein die als zwijnestal door de dierenbescherming zou worden afgekeurd, vertrekt de hele verkeerde kant op. Waar Novy Sankty ligt kom ik pas te weten als ik vijftien kilometer daarvoor een medepassagier vraag. Vanaf die stad gaat het de goede kant op. Voor vijf euro vijftig mag ik in twee en een half uur reizen Bratislava bereiken.
Ik wil met Eurolines naar huis. Deze busmaatschappij heeft me al vaker vanuit een uithoek van Europa teruggebracht. Ze doen dat goed en voor de passagier zorgeloos. Alleen, hier in Bratislava zijn ze nergens te vinden. En het Engels van de mensen die ik aanspreek is kleiner dan mijn Turks. Heej, daar de "i" van informatie. Aan het loket een papiertje met "only train information". Nou dan weet je het wel. In dit publieksvriendelijke systeem zal het je echt niet lukken het adres van de Eurolines los te peuteren. Ik sjouw verder met mijn plastic zakken met vuile kleren. Weet je wat? Ik ga naar het vijfenzeventig kilometer verder gelegen Wenen. Daar zijn ze wat meer op klanten gesteld en kan ik ze tenminste verstaan. Om half twaalf sta ik in Wenen Südbahnhof. Weer is er elf Euro afgegaan van mijn voorraadje geld.
Geen mogelijkheden om van Südbahnhof naar Nederland te komen met de trein. Vriendelijk wordt me verteld dat ik lijn 18 moet nemen naar het Westbahnhof. Hoe betaal ik in zo'n tram? De chauffeur reageert heel nors als ik hem vertel naar Westbahnhof te willen. "Nah und?" is zijn botte reactie. Ik besluit dan maar grastis te reizen. Bij contrôle zal ik me er wel uitkletsen.
Op Westbahnhof krijg ik twee offertes om naar Arnhem te reizen. Over Frankfort is het zeven Euro duurder dan over München. Voor honderd acht en negentig Euro kan ik in Arnhem staan. Wat zal de prijs zijn van een enkeltje Arnhem-Aalten? Een grote vraag voor mij. Ik heb geen flauw idee.
Vier uur wachten in München. Ik eet een döner en drink een grote beker koffie. Ik lust nog wel meer, maar heb geen zin de kans te lopen dat ik vanaf Arnhem moet liften om naar huis te komen. In een aangenaam gesprek met een medewachtende kort ik de lange wachttijd in München.
Als ik lekker slaap in de tein naar Arnhem wekt de conducteur me met de woorden:"Jij moet toch in Koblenz uitstappen". Neen dus. Ik sukkel weer wat in slaap tot Emmerik. Dan is het definitief gebeurd met het dutten.
De prijs voor een enkeltje naar Aalten blijkt me mee te vallen. Ik kan nog een broodje eten, een kopje koffie drinken en een krant kopen. Als ik die uit heb is Aalten in zicht.
Nu nog de buurtbus die een half uur op zich laat wachten. Dan ben ik thuis, met nog twee euro acht en zestig in de portemonnee.
Op beide adressen waar men een sleutel van me heeft wordt niet open gedaan.
Dan maar naar Bertram voor een kopje koffie.
Een uur later sta ik in mijn eigen huis. Boem uit.
Wat ik ga doen na orde op zaken gesteld te hebben, zal ik laten weten als het weer een reis wordt. Eerst passen en telefoon laten blokkeren. Nieuwe passen aanvragen. Geld vragen bij de bank. Nieuw rijbewijs aanvragen. Voorlopig is er even genoeg te doen.














  • 10 Juni 2010 - 07:57

    Klaartje:

    Jee, Jan wat een verhaal. Ik las het als een spannende roman, maar helaas is het je in werkelijkheid overkomen. Je blijft, in elk geval op schrift, de nuchtere alles al meegemaakt hebbende reiziger. Sterkte met al het geregel en ik hoop dat je op een plezierige manier tot rust komt in Bredevoorde.
    Vr.gr. Klaartje

  • 10 Juni 2010 - 08:49

    Mart En Marian:

    Wat een vervelend einde van je voetreis naar Rome, waarom kunnen mensen niet van andermans spullen afblijven, en wat een ellende heb je er van, voor dat je alles weer geregeld hebt ben je zo weer een paar weken verder, wensen je sterkte, en bedankt voor alle mooie verhalen!

  • 10 Juni 2010 - 17:14

    Maarten:

    Gelukkig heb je je laptop nog weten te redden zodat we deze ervaring nog kunnen lezen.Toen ik het gedeelte las over die knapen dacht ik al: Jan gaat zijn tent ergens anders opzetten. Niet dus
    Jammer dat het (weer) zo moest aflopen. Voor hetzelfde geld (let op deze Nederlandse uitdrukking!) hadden ze je nog wat ergers aan kunnen doen, zoals een of twee jaar geleden een echtpaar in Italië.Ik kom mogelijk nog even langs of lees wat je verder gaat doen, bijv. met de trein terug en dan de tocht vervolgen ? Alvast gegroet, Maaren.

  • 10 Juni 2010 - 20:09

    Ton:

    Jan,

    Wat had het leuk kunnen zijn en wat eindigt het shit. Ik weet niet of je van uit Slowakije weer verder gaat naar Rome, maar geniet voorlopig van Nederland, waar sinds de verkiezingen van gisteren alles minder gezapig lijkt,

    Ik zie je weer wel bij de wandelsite,

    Ton

  • 10 Juni 2010 - 21:25

    Liesbeth:

    Wat een rampzalig onverwacht einde van je regenachtige wandeltocht.
    Maar welkom thuis. Als je zin hebt kom je lekker vissoep eten bij Marion en een beetje schilderen nadien. Misschien maken je wel creatieve hoogstandjes,als therapie op je wandeling.
    Groet, Liesbeth

  • 11 Juni 2010 - 09:10

    Peter Werkhoven:

    Jan, wat een onverwachte ellende. Wij wandelen za19 en zo 20 juni de laatste etappes van het Noberpad, volgeboekt maar jij bent altijd welkom. Misschien de draad weer even oppakken? Groet, Peter.

  • 11 Juni 2010 - 09:52

    Anita:

    Hallo Jan,

    Wat een verhaal!!! Een heel bizar eind van een tocht die zoveel mooie dingen in zich had.
    Gelukkig kun je het zelf allemaal wel navertellen. Ik hoop dat je deze vervelende ervaring gauw die plek kunt geven waar ie hoort. En dat je weer de moed vindt om heerlijk op pad te gaan.
    Succes.

    Groetjes Anita

  • 11 Juni 2010 - 19:20

    Don Henry Veldkamp:

    Dat is nou warempel al de tweede keer, dat je Tirana moest af- schrijven!
    Ik kan lang wachten!

  • 13 Juni 2010 - 22:56

    Rene:

    wat een belevenissen alle
    maal
    groeten rene

  • 17 Juni 2010 - 15:47

    Joke:

    jeetje wat een nare afloop van je voettocht! ik lees het nu pas omdat ik gisteravond ben terug gekomen uit portugal, bij jouw reis vergeleken een luxe vacantie zonder zorgen, wel met iemand die ik niet kende, het ging wel goed.
    sterkte met alles en laat de moed niet zakken!

    groet van joke

  • 21 Juni 2010 - 22:27

    Marten:

    Hoi Jan, Ik heb even drie verhalen van jou achter elkaar gelezen, omdat we met vakantie waren en het gebruik van de laptop onderweg nou niet bepaald mijn ding is. Maar wat een rot einde van de reis voor jou!. Maar waar wij heel vaak onze bedenkingen hebben om de camper neer te zetten, (met goede sluitingen) zet jij zomaar een tentje neer. Dat moet natuurlijk eens mis gaan! Maar dit gunnen geen van je trouwe lezers je. By the way: Net als die mevrouw of meneer Noa hebben wij al meer dan 10 jaar heel andere ervaring met Tsjechië en de Tsjechen.
    En dan niet uit een bepaalde streek, maar van net onder Dresden tot in het reuzengebergte aan toe Prosím !!
    Groet Marten

  • 11 Juli 2010 - 21:38

    Baan:

    Wij zijn vijftigers en komen al een aantal jaren in Tsjechië , wat valt ons op onze generatie praat geen engels of duits, maar de generatie van onze kinderen wel, dus maak daar gebruik van. En anders pas je het spel hints toe lijkt op klinkt als, gaat ook altijd goed zelfs in de Lekarna(apotheek).Veel reisplezier toegewenst

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Bredevoort

Jan

Actief sinds 11 Aug. 2008
Verslag gelezen: 1251
Totaal aantal bezoekers 86842

Voorgaande reizen:

25 Januari 2011 - 31 December 2020

Onbekende duur

15 April 2010 - 15 Augustus 2010

Omweg naar Rome

15 September 2008 - 15 April 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: