Voor de poorten van Wenen - Reisverslag uit Hollabrunn, Oostenrijk van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu Voor de poorten van Wenen - Reisverslag uit Hollabrunn, Oostenrijk van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu

Voor de poorten van Wenen

Door: Jan Bloemendaal

Blijf op de hoogte en volg Jan

30 Mei 2010 | Oostenrijk, Hollabrunn

Dag 37 Vrijdag, 21 mei 2010, Suchdol.

Tja en dan kom je in een dorpje, Suchdol geheten, je strijkt neer in de plaatselijke restaurace, je schakelt je netbook in en je hebt uitstekende verbinding met internet, genoeg om je verhaaltjes te plaatsen, ja zelfs om tv te kijken, maar het moet helaas bij kijken blijven, want er is zoveel lawaai in de kroeg dat je het gesprokene op de tv echt niet kunt verstaan.

Dag 38, Zaterdag, 22 mei 2010, Caslav.

Eindelijk op deze zaterdag weer eens getuige geweest van de opkomst van de zon. Dat lag niet aan mij dat ik dit schouwspel wekenlang heb gemist, maar meer aan de zon die steeds verkoos boven een wolkendek op te komen. Gisteravond heb ik dezelfde zon ook zien ondergaan. Had ik ook al weken lang gemist. Het is of alles opnieuw in het leven schiet, de maïs bruist de grond uit en als ik lange tijd langs een maïsakker loop, lijken me de planten aan het eind van de akker zelfs groter dan aan het begin.
Ik geniet en als dan het ontbijt niet al te lang op zich laat wachten kan mijn dag eigenlijk al niet meer stuk. Om half elf ben ik al in Caslav, opnieuw een barok stadje, niet zo mooi als vanmorgen Kutna Hora, maar het mag er toch zijn. Er worden juist de wereldkampioenschappen trekkerband kantelen gehouden. Sterke mannen gooien drie maal een grote trekkerband om en daarna drie keer terug. Het schijnt veel inspanning te kosten. Er is nog meer aan de gang hier op het centrale plein, er staan tenminste mensen om iets heen gedromd, maar om wat? Ik kan het niet zien en met mijn rugzak op ben ik niet in staat mij door de mensen menigte heen te wringen. Vragen kan ik het ook niet. Als je al iemand tegen komt die Engels spreekt, dan moet je je wel uitdrukken in zeer primitief Engels. Vanmorgen dronk ik een beker koffie op een tuincentrum. Ik lustte er wel twee, maar de tweede bestellen met “another coffee, please” lukt niet. Je krijgt pas een tweede beker als je zegt:”coffee, new”. Ach, zo zijn er meer van die kunstjes. Wil je weten of er wat te eten is in een bar of andere gelegenheid, waar je niks te eten ziet, vraag dan niet “Can you offer me something to eat?” Veel te moeilijk!. Je zegt gewoon: “Sandwiches?” Dat begrijpt iedere Chinees en zelfs een Tsjech snapt dan dat je niet om de snelste vliegverbinding naar de eilanden van die naam vraagt.

Helaas, men moet de dag niet prijzen voor de avond valt. Nog in Caslav barst er een onweer los, dat nog een uur nadrupt. Ik wil er nog tien kilometer uitgooien, tot Golcuv Jenikov en dat schijnt wel te lukken, ook al moet het in het nadruipende onweer.

Golcuv Jenikov.

Nog net droog stap ik een horeca gelegenheid binnen en dan barst er weer een zware onweersbui los. Geen weer om met je schoonmoeder in één tent te bivakkeren en ook niet zonder die schoonmoeder. ‘k Heb geluk, het horecabedrijf is ook hotel en ik kan een kamer betrekken voor een prijs die nog weer lager is dan het vorige hotel. Misschien blijf ik wel twee nachten. Eens even kijken hoe morgenochtend het weer is

Dag 39, Golcuv Jenikov.

Onafhankelijk van het weer besluit ik toch maar een nachtje extra te blijven. Het weer is niet onredelijk al hangt er af en toe een behoorlijk donkere lucht, maar ik heb vandaag gewoon zin hier te blijven. Het is een echt hotel, met een goede keuken en ik heb beneden internetverbinding. Op mijn kamer lukt dat niet.
Gisteravond even gekeken naar de reacties op mijn laatst geplaatste stukje. Weer allemaal enthousiaste reacties. Fantastisch en bedankt. Zelf ben ik ook enthousiaster over deze tippel dan over mijn wandelingen naar Compostela. ’t Is hier dan nog wel Tsjechië, waarvan ik niet zo kapot ben, maar het grote verschil met een wandeling naar Santiago is wel dat je letterlijk en figuurlijk niet over platgetreden paadjes loopt. Ik bepaal zelf waar ik loop, welke omweg ik maak of welke afkorting ik mezelf toedenk. Maar ook behalve hier dan in Tsjechië, waar de mensen je niet eens zien, ben je niet pelgrim nummer 123 die dit jaar passeert, maar als zodanig ben je een unieke wandelaar. Als men al contact met je wil, heeft men geen vooringenomen beeld van je. Op weg naar Santiago verschilt de ene pelgrim niet zo veel van de andere. Het publiek daar heeft allemaal al eens eerder een pelgrim ontmoet en dan komt er weer zo’n wandelende overjarige padvinder met schelp en staf. In Duitsland waren overal de reacties positief, men was geïnteresseerd, hier in Tsjechië wil dat niet lukken. Men ziet je gewoonweg niet. Gistermorgen nog. Ik had net weer de hoofdweg bereikt, het was pas half zes, komt er van de andere kant ook een wandelaar. Hij loopt net als ik links van de weg. Wij passeren elkaar, ik kijk naar de man. Hij kijkt stug voor zich, ja sterker nog, uit niets blijkt dat die man mij gezien heeft. Vanmorgen aan het ontbijt, ik was de eerste, komt er een Tsjech binnen, weer uit niets blijkt dat die man zich bewust is dat ie niet alleen in de ontbijtzaal is. Even later twee heren die een groet mompelen. Enthousiast groeten in een ontbijtzaal heb ik nog niet vaak meegemaakt; men geeft met gemompel aan dat men er is. Ik denk nog “het kan dus wel hier met die Tsjechen”, totdat ik even later die heren in een vreemd Duits dialect met elkaar hoor praten. Vaak ook op straat, als je groet, hoor je niks terug. En toch zijn ze best aardig. Net heb ik even gemeld dat ik nog een dag langer wil blijven. In de wachttijd voor ik aan de beurt ben pak ik een folder. Ben ik aan de beurt, gaat die kerel van de receptie nog naar een andere vertrek om een mogelijk ook interessante folder voor mij te halen. Dat die folders in erbarmelijk Duits zijn, is daar gelaten. Ze lijken woord voor woord aan de hand van een woordenboek vertaald. Soms hele zinnen zonder werkwoord en als van de dertig jarige oorlog wordt gesproken, wordt dat de dreissigjährige Weltkrieg genoemd.

Maar voorlopig doe ik het niet weer, een snipperdag nemen zonder dat je gezelschap hebt. Je gaat je al gauw vervelen. Ik heb wat kleine reparaties verricht en wat was door het water gehaald, een klein rondje gemaakt om wat van de stad te zien en verder zit ik in de kroeg bier te drinken en tv te kijken. Tv die onverstaanbaar wordt als het drukker wordt in het café. Lichamelijk heb ik de rustdag gelukkig niet nodig, mentaal wel een keer, maar neen, ik doe het voorlopig niet weer. Contact maken heeft vanwege de taalproblemen weinig zin. Aan een gesprek met de inhoud “Tsjechie goed, Holland goed” heb ik weinig zin. Dat heb ik maar al te vaak gehad overal ter wereld als het niet anders kon. Dan zit je een avond te converseren met mensen die geen ander buitenlands kunnen dan het woord “goed”. Een eerste keer mag dan leuk zijn, maar het gaat heel gauw vervelen als blijkt dat de woordenschat niet groter is. Doordat je hier geen contacten legt, ben je ook gevrijwaard van het soort contacten dat ik in Afrika veel had. Dan kwam je een dorpje binnen gereden en werd opgepikt door de plaatselijke notabele, zo iemand die bijna alle zesentwintig letters van het alfabet kon schrijven, maar zich nog niet aan de cijfers had gewaagd. Mon dieu, wat heb ik een hoop whisky gezopen tegen mijn zin in. Want dat gebeurde dan vaak, dan stuurde zo’n notabele zijn buurjongen erop uit of we gingen zelf op weg om drank en eten in te slaan. Tijdens de parade door het dorp wordt dan aan iedereen verteld wat voor belangrijk figuur helemaal uit Europa is langs komen waaien. Daarna moet de whiskyfles geleegd worden al of niet in gezelschap van ander toegesnelde notabelen. Die fles whisky kan dan wel een half maandloon gekost hebben voor de onderwijzer waar je te gast bent. Zo gaat het gelukkig hier niet. Ja ik raak er eigenlijk niet over uitgepraat, dat niemand enige nieuwsgierigheid laat merken om te weten te komen wie je bent of waar je mee bezig bent. Goed, vandaag zou ik voor een Tsjech kunnen doorgaan als ik mijn mond maar hou, maar niemand die je vraagt “wat doe je zo hier?” In Afrika viel je natuurlijk meteen op, doordat je blank bent. Natuurlijk willen ze hier ook niks van je hebben, zoals in sommige Afrikaanse landen waar de mensen van hun werkzaamheden op het veld hard naar de weg liepen als ze je zagen aankomen en dan van verre al begonnen te schreeuwen “Cadeau, cadeau”. Hier ook geen Turkse toestanden, waar rotjochies stenen naar je kop gooien als je passeert en de vaders hard staan te schreeuwen dat de jochies de stenen moeten laten liggen, maar hun trots niet kunnen verbergen als een van die rotjochies raak gegooid heeft. In Nederland heeft men de mond vol over die kutmarokkaantjes. Maar Turkse jongens zijn ook geen lekkertjes. De kutmarokkantjes spreken je thuis geregeld aan met de vrolijke rijmregel:”Mister, mister, do you want to fuck my sister?” Hier dus niks van dat alles. Hier presenteert een enkele hoer zichzelf langs de kant van de weg. Maar dat is lang niet zo erg meer als kort na de Wende, toen je een keus kon maken uit reeksen meiden die net over de grens stonden je op te wachten. Ze zijn verdwenen.
Hoe vrouwen zich presenteren in diverse landen, ik zou er pagina’s vol over kunnen schrijven evenals over de verschillende manieren waarop koffie gezet wordt.
Moeten ze nou hier straks ook aan de Euro? Ze hebben nog lang niet ons west Europese prijsniveau. Een glas bier, als je geen maat opgeeft wordt er automatisch een halve liter voor je neer gezet, komt op de rekening voor 18 tot 30 kronen en een kroon is vier Eurocent. Een warme maaltijd heb je al voor 120 kronen, maar ook voor 70 kronen heb je een uitstekend bord vol. En de keuken is niet slecht. De internationale keuken heeft hier de Tsjechische nog lang niet verdrongen. Altijd eet ik weer iets nieuws, want menukaarten in een moderne taal kent men hier bijna niet. Dus kies ik meestal maar het duurste. Trouwens als mij een Engelse of een Duitse kaart wordt aangeboden word ik wantrouwig. Bovendien met een Engelse of Duitse kaart ben je er nog niet. In de Oekraïne koos ik ooit eens iets lekkers uit de Engelse kaart, maar toen ik wilde bestellen bleek die kaart niet parallel te lopen met de inheemse en niemand ook was op het idee gekomen de gerechten te nummeren. Ik kon dus wel bestellen maar dat kwam niet over omdat de bediening geen Engels machtig was. Zoiets verzin je toch niet.
Ik geloof niet dat ze er hier een sport van maken om buitenlanders uit te kleden. Daarvoor zijn ze te weinig op geld verdienen gericht. Zoals vanmorgen ook het ontbijt. Dat verhoogt de kamerprijs met 70 kronen, maar het kan absoluut niet uit het gebodene voor die prijs aan te bieden. Jus, koffie, verse broodjes, verse sneden brood, drie soorten kaas, vleesbeleg in vier soorten en daarnaast nog de benodigde jams en yoghurt. Ongelooflijk!

Dag 40, maandag 24 mei 2010, Habry.

Bij het opstaan vrees ik het al en bij het ontbijt zie ik de regen met bakken uit de hemel komen. Nog een dag blijven?
Het stelt me gerust dat de schoolkinderen rugzakken dragend langs de ramen schuifelen, zonder twijfel op weg naar school; dus geen vakantie; dus ook geen tweede pinksterdag.
Toch om acht uur is het droog en ik waag het er op een paraplu torsend onder het motto wie de vrede wil bewaren dient zich voor te bereiden op de oorlog. Misschien lukt dat ook met een paraplu en de regen.
Ik wandel naar het zuiden, regelrecht naar Oostenrijk. Nog een dag of vijf dan hoop ik daar te zijn.

Havlickuv Brod

Kijk naar de naam, doe de tekst weg en zeg dan vijf minuten later nog eens hoe deze stad heet. Maar kom je er binnen en kijk je er rond in het centrum, dan vergeet je de stad nooit meer. Zo mooi, het centrum dan hè; een sprookje. Kleurrijke barok gebouwen rond een plein, alles in harmonie. Men is twintig jaar na de Wende al bezig het plein van een passend plaveisel te voorzien. Volgend jaar zal het wel klaar zijn en dan is het de moeite waard er een eindje voor om te rijden om het te bekijken. Verder lijkt me de stad niet bijzonder of je moet houden van grauwe flats uit de tijd van Dubcek en daarvoor, zes à zeven hoog, grauw van buiten en vermoedelijk gehorig van binnen en zonder lift, maar wel met een gemeenschappelijke drooglijn voor de was op de begane grond bij de achteringang.
Oef, dat centrale plein met horeca, wordt nog niet in beslag genomen door toeristen.
Er zitten allemaal nog autochtonen in de restauratie waar ik zit. Het bier staat op de kaart voor 20 kronen en ik eet vanavond duur voor 125 kronen een versierde steak met frites.
Ik weet nog niet of ik binnen slaap of buiten. Vanmorgen klopte mijn devies aardig, wie mooi weer wil hebben, wapene zich tegen de regen, want nauwelijks had ik de paraplu in de wilgen gehangen of daar kwam weer een bui en het bleef niet bij eentje. Vanaf half vier bleef het droog en scheen de zon tot hier, maar als ik nu naar buiten kijk, is het zo donker dat het wel moet regenen of het gaat regenen. Heerlijk deze meimaand in Tsjechië! Meiregen maakt dat ik groter word.

Wat is de mens toch een raar dier, of moet ik zeggen wat is deze heer toch een raar dier? In het centrum wel een restaurace voor Tsjechische prijzen, maar het zoveel sterren hotel verlangt het viervoudige van het hotel dat ik vanmorgen verliet en hoewel dat toch nog minder is dan dat ik in Duitsland als hoogste overnachtingsprijs betaalde, bedank ik toch voor de eer. Aan de rand van de stad weet ik nog een hotel En jawel, drie sterren en de prijs drie maal het hotel van de vorige nacht. Ook hier bedank ik, maar na twee honderd meter bedenk ik mij en accepteer toch maar het onderdak voor de geboden prijs en als ik een half uur later in het nabij gelegen restaurant zit te schrijven mag ik mezelf dankbaar zijn dat ik ga overnachten in dit dure hotel want de regen valt op bijna tropische wijze uit de lucht. En dan zeggen ze dat Tsjechië een landklimaat heeft. Drie nachten achter elkaar al in een hotel, maar altijd beter nog hier dan in Oostenrijk dat veel duurder is, maar ik moet niet zeuren. In Duitsland las ik ergens de tekst die er op neer kwam in het Nederlands :”Leef er goed van, anders zullen je erfgenamen dat wel doen”. Dat leek speciaal voor mij geschreven. Als globetrotter ben je altijd geneigd naar de goedkoopste mogelijkheden te zoeken. Daarover gaan ook de gesprekken als je andere wereldreizigers ontmoet. Dat wordt een levenshouding op reis. De meeste wereldreizigers verkeren niet in de luxe positie dat het inkomen gewoon doorgaat zoals het dat bij mij doet.

Dag 41, dinsdag 25 mei 2010, Stoky.

Vraagt mij daar die kerel in dit restaurant toch gewoon recht op de man af:”Where are you from?” De allereerste keer in Tsjechië en het komt me bijna voor als schending van de privacy. Ook een gast groet me als ie dit lokaal verlaat. Zou dat nu komen omdat de hele dag al, het is nu elf uur, de zon schijnt?
Verder gebeurt er niks op zo’n dag om over naar huis te schrijven. Hopelijk kan ik vanavond ergens de tent op zetten, maar ik hoop nog meer dat ik een mogelijkheid vind om mijn kleren te wassen. In dit dorp moet een camping zijn, maar ik ga er niet voor omlopen. We zien wel.

Jihlava.

Ook weer een mooie barok stad; het centrum dan. Rondom het centrum is ook wel barok en mooi, maar nog niet gerestaureerd en dat is hard nodig. Vandaag maar één bui gehad en ik ga dadelijk de stad uit en dan mijn tent opzetten. ’t Is nog geen zeven uur.
Jammer dat in deze kroeg geen netwerk is, want ik heb me vanmiddag een koptelefoon aangeschaft. Of hoe noem je zulke dingen die je in je oren moet wurmen? Thuis heb ik er enkele liggen, maar ik had er geen mee genomen. Ik kan ook zonder internet wel controleren dat het ding werkt, dus in het vervolg als ik contact heb met het internet kan ik mijn eigen tv programma bekijken ongeacht de hoeveelheid lawaai in de omgeving.
Verder schijnt de zon sinds vanmiddag een uur of drie ongestoord. Vanmiddag zag ik voor het eerst Wenen aangegeven. Ik ben er nu nog 170 kilometer vanaf. Dat moet te doen zijn in een week. Nog steeds zit ik redelijk op het schema dat ik thuisgemaakt heb en dat gebaseerd is op 25 kilometer per dag. Meestal loop ik iets meer. Vaak ook niet.
Begin ik aan Tsjechïe te wennen, of begint Tsjechië zich van een betere kant te tonen? Oh de mensen komen nog niet met honderd tegelijk op me af, zo als zo vaak in de derde wereld gebeurde, maar de welvaart is hier beslist groter dan in het stuk voor Praag. Dat betekent dat veel dingen en mensen er veel minder verwaarloosd uitzien. Dat is wel prettig, al blijft de voor mij bekende wal nog steeds in het asfalt zitten, de wal die soms het fietsen behoorlijk bemoeilijkte en nu met het lopen heb ik er ook geen gemak van. Waarschijnlijk doordat er te slap asfalt is gestort, drukken de rechter wielen van vooral de vrachtauto’s het asfalt naar de kant van de weg, waar dan een wal ontstaat. Dit verschijnsel zie je vaak in het voormalig socialisme en in de derde wereld. Op de fiets merk je het op, lopend ook. Als je in de auto zit vermoedelijk niet.

Dag 43, Woensdag 26 mei 2010, Douha Brtnice.

Onbeperkt internet in dit restaurant en dan zie ik in de weersverwachting op het journaal van gisteravond acht uur dat Nederland snakt naar regen. Ongelooflijk. Vandaag zijn hier de waarschuwingen voor bosbrand echt weer in de kast blijven liggen. De kachel brandt lekker hier.

Ook even mijn e-mails opgehaald, goed voor een vrolijk kwartiertje. Een of andere website voor Nederlanders die geïnteresseerd zijn in Tsjechië schijnt melding gemaakt te hebben van mijn verhaaltjes op het internet. Gevolg enkele boze reacties van Nederlanders die in Tsjechië wonen. Eentje maakt het wel helemaal bont met zijn bewering dat men hier geen socialisme gehad heeft, maar communisme. Ja dat mochten ze gewild hebben, maar zover is het helaas nooit gekomen. Maar gelukkig ook een paar wijzere en bezonnen reacties. Ik ga echt niet eenvoudiger schrijven, in de hoop dat minderbegaafde Tsjechische Nederlanders mij dan ook zouden kunnen volgen. Neen, dan sluit ik me aan bij het Duitse gezegde: “Gegen Dumheit streiten sogar die Götter vergebens”.

Zeletava.
Nog veertig kilometer naar Zojmo, nog zo’n vijftig naar Oostenrijk. Dat zal wel zaterdag worden. Voor vandaag hou ik er hier mee op. ’t Is mooi geweest, nu al bijna dertig kilometer gelopen. Hier sla ik water in en dan zoek ik ergens een tentplekje in veld of bos. Vanmorgen regende het nog behoorlijk, maar vanmiddag bleef het droog en bijna warm. Ik zag onderweg al een zwerm bijen. Zou dat niet wat vroeg in het jaar zijn?
In het restaurant waar ik vanmiddag zat heb ik sinds weken weer eens lekker Nederlands gebabbeld. Vaak zie je het bij de eerste blik: dat zijn Nederlanders, nog zonder dat je één woord van hen opgevangen hebt. ’t Is dat typische onbeholpene dat Nederlanders in den vreemde ten toon spreiden alsof ze willen uitdrukken: “Wij zijn Nederlanders, je kunt ons dus wel vertrouwen, hoewel wij het jou niet doen.” Zo ook nu. Een eenvoudig geintje dat altijd werkt is dan op te merken:”U zou best Nederlander kunnen zijn.” Alleen tegenover Belgen kun je je dan enigszins blameren, want het zijn inderdaad Nederlanders, of ze begrijpen je niet.
Raak dus, vanmiddag, maar niet helemaal, het bleek een Nederlands echtpaar dat al jaren in Australië woont en nu op wereldreis Europa aandeed. Ze waren in München geland en vandaar met een auto naar Wenen gereden. Nu naar Praag en dan straks naar Nederland.
De man had het erg moeilijk te rekenen met de koers van de kronen. Eén Euro is vijf en twintig kronen, en dan was voor hem vier kronen weer een Euro. Maar je komt ook in de war met de lage prijzen hier.

Dag 43, donderdag 27 mei 2010, Litohor.

Een begin van de dag in nat gras op een open plek in het bos. Vannacht regende het en groot deel van de nacht, maar als ik de tent openzwaai valt me de lucht honderd procent mee. Ik zie zelfs vliegtuigstrepen tussen de wolken door en de zon is er even later ook. Allemaal niet spannend als je dit leest, maar voor mij is het weer eigenlijk het enige wat me op het ogenblik nog interesseert. Wanneer gaat het betere weer komen? Wanneer zijn de temperaturen zo hoog dat ik nog naar dit weer terug verlang? Voor mijn gevoel regent het in Oostenrijk nooit. Daar zal ook dit keer het betere weer voor me beginnen. Oostenrijk dat is toch dat vrolijk met bloemen versierde land, waar de mensen de hele dag zingend hun bezigheden verrichten. Aan dat beeld hou ik me vast om hier deze regen tegemoet te kunnen treden.

Greslove Myto

Mocht er al een vorm van heimwee optreden, hetgeen niet geheel uit te sluiten valt bij dit weer, dan draai ik een paar foto’s van Bredevoort op mijn netbook. Dat werkt prima. Met de kennis van nu, wat een gevleugeld woord geworden schijnt, hadden ze er nooit aan moeten beginnen. Het leek destijds zo’n mooie formule; een dorpje dat in dit geval ook nog een stadje is, ziet zijn middenstand verdwijnen en zoekt een oplossing om de leeggekomen panden weer gevuld te krijgen. Een gepensioneerde leraar komt aan de hand van een krantenartikel over de eerste boekenstad in Wales op het idee om van zijn leeglopende woonplaats een boekenstad te maken. Hij zet er zich voor in en het project lijkt aanvankelijk te slagen. De gemeente werkt mee en zelfs het koninklijk huis is overtuigd van het goede idee dat hier ontwikkeld wordt. Het verleent de leraar een koninklijke onderscheiding, de zilveren anjer, die hij uit handen van Prins Bernhard in ontvangst mag nemen. Doch dan zijn we ook op het hoogtepunt van de ontwikkelingen. We schrijven 1996 à 1997 en langzaam komt het internet opzetten. Het internet dat ook boekhandelaren de mogelijkheid biedt hun waar daarop aan te bieden. Boekzoekers die weten wat ze willen wenden zich dan meer en meer tot het op het net gebodene in plaats van op een vrije zaterdag met vrouw en kinderen naar Boekenstad Bredevoor te tijgen met zijn vijf en twintig antiquariaten waar de kans het gezochte boek te vinden groter is dan in veel grote steden met veel minder antiquariaten. Gevolg de boekhandelaren in boekenstad hebben steeds minder de neiging zich te specialiseren want wat gevraagd wordt is algemeen spul door de boekzoekers die op toeristische basis min of meer toevallig Bredevoort aan doen. Af en toe verdwijnt er een boekhandelaar uit het Bredevoortse en de behoefte van boekhandelaren zich in boekenstad Bredevoort te vestigen wordt steeds kleiner. Boekhandel bedrijven is inmiddels ook mogelijk geworden vanuit een boerenschuur met internetverbinding en zo komt een goed initiatief tot stilstand. Momenteel ziet Bredevoort er weer net zo uit als in 1993, net voor boekenstad begon. Veel panden staan leeg en er is weinig belangstelling voor. Jammer, heel jammer, maar het is de tijdgeest.
Was die ontwikkeling te voorzien geweest vraag je je nu ongetwijfeld af, nu toeristen mondjesmaat door Bredevoort schuivelen en de boekhandelaar die zich niet op internet gericht heeft een kwijnend bestaan leidt.
Ja, ik geloof dat die ontwikkeling te voorzien was geweest. In 1993 bestond het internet ook al, verzuimd is toen bij mensen die dichter op de ontwikkelingen van het internet stonden eens het licht op te steken over wat er van dat internet verwacht kon worden. De juiste man had het juiste advies gegeven, dat het stichten van een boekenstad geheel inging tegen de tijdgeest. Hoe vind je echter de juiste man? Met de kennis van nu geen probleem.
Een vraag die wel weer opdoemt is nu, hoe hou je leven in Bredevoort? Van zichzelf heeft het stadje de neiging in slaap te vallen. Ik maak me daar niet druk over, ik ben niet gevoelsmatig met Bredevoort verbonden, ondanks dat ik er al zeventien jaar meedraai. Ik zou alleen een goede prijs willen maken voor mijn huis. Verder gaat mijn interesse niet.

Dag 44, vrijdag 28 mei 2010, Ohvalovice.

Nog vijf kilometer naar Oostenrijk, maar daar kom ik morgen wel.
‘k Moet zien nog wat Tsjechisch geld uit te geven, anders moet ik het terugwisselen en daarvoor is het nou net te weinig. In Znojmo, de laatste grotere stad, bij Kaufland geprobeerd wat geld uit te geven. Heb ik al betaald, zie ik dat er plastic tassen liggen. Ik pak er drie, begint me daar die cassière toch een grote mond op te zetten. Even later loop ik naar de uitgang waar ik mijn rugzak afgegeven heb. Om het dat meisje niet zo moeilijk te maken dat ze mijn zware rugzak over de hoge toonbank moet tillen, loop ik met mijn pasgekochte spullen door het poortje van de ingang van de supermarkt. Begint me die juf toch aanmatigend in het Tsjechisch te vragen of ik die spullen al of niet betaald heb, in plaats van dat ze de situatie kan duiden en mij mijn rugzak terug geeft. Een wachtende klant vertaalt in keurig Engels wat het Mädel gezegd heeft. “En nou mijn rugzak en gauw een beetje”, blaas ik van de toren. Tegen de bereidwillige wachtende klant verduidelijk ik nog dat ik dergelijke vragen niet wens te beantwoorden. Gek, hoewel ik niets van haar Tsjechisch verstond had ik die juf feilloos begrepen.
Zo ga je toch niet met klanten om, twee maal in deze ene zaak. Maar als ik aan mijn ervaringen denk in de Oekraïne en de Baltische landen, is het gedrag van verkopend personeel hier bijna heilig te noemen.
Toch slaat dit land dat ik morgen met plezier verlaat op één punt totaal de plank mis. Hoeveel Tsjechen zijn er? Ik doe een gooi. Tien miljoen? Maar ik denk minder. Hun taal is Slavisch en wordt totaal niet begrepen in het overgrote deel van de Europese Unie. Aan drie kanten worden ze ingesloten door Duitstaligen. Maar de kennis van vreemde talen hier is nog minder dan in Spanje, terwijl Spaans door honderden miljoenen mensen wordt gesproken. Dat doen wij beter, terwijl Nederlands nog altijd door zo’n vijf en twintig miljoen mensen wordt gesproken, zijn wij goed in vreemde talen. Maar goed, ik heb nog wel meer kritiek. Ik krijg niet de indruk dat ze geïnteresseerd zijn in wat er buiten Tsjechïe gebeurt. Tsjechië is de wereld. Dat mag, maar niet als je lid bent van de EU.
Hoe kun je toeristen aantrekken als je niet met ze praten kunt? Het gestamel wat ze nu doen na een positieve beantwoording van de vraag of ze Engels spreken, lijkt nergens op.

Dag 45, zaterdag 29 mei 2010, Gunthersdorf..

Dat bedoel ik nou. Dat maakt het wandelen zo leuk en dat heb ik gemist in Tsjechië. Nog nauwelijks de grens over, nog maar voor een uurtje in Oostenrijk wandel ik door een dorpje, vaag ik een man hoe het volgende dorp heet en na beantwoording van die vraag, komt zijn vraag:”Trinken Sie einen Roten mit? En we hebben het helemaal nog niet over wijn gehad. Maar al is het pas acht uur, ik laat me graag neugen en zo zit ik even later aan de eigen bouw rode wijn van deze zeventigjarige Frans te nippen. Weinbau is zijn leven. We zitten in zijn Schänke die is ingericht met allerlei attributen die met wijnbouw te maken hebben. Het is zijn persoonlijke museum en hij vindt het erg dat geen van zijn kinderen zijn wijnbouw en dit museum wil voortzetten. Onder het museum zie ik de kelders waar wijn in vaten van zo’n duizend liter wordt gelagerd. Er heerst een constante temperatuur van 10 à 11 graden. Tevreden neem ik na drie glaasjes wijn afscheid van Frans, die ik daarna in het dorp en op weg daar naar toe nog drie keer tegen kom.
Dat zijn van die leuke dingen die ik in Tsjechië niet tegenkwam. Vanmorgen de grensovergang was gewoon ergerlijk, of eigenlijk gistermiddag al in het dorpje waar ik halt hield. Het halve dorp bestaat uit sexclubs. Er wordt via grote reclameborden geworven met het aantal meisjes en de tarieven er bij, weliswaar niet per meisje maar per uur. Het tarief voor een kwartier wordt er ook bij aangegeven. Tot aan de grens af en toe een zittend en wachtend vrouwsmens aan de kant van de weg. Geen bushalte in de buurt. Aan de grens een verschrikkelijk hocus pocus van bronto- en andere saurussen, casino’s, dure restaurants en tankstations met gokmogelijkheden. Ik walg ervan. Maar het deert me niet meer, want ik ben toch bijna Tsjechië uit.

Het lukt om al het overgebleven Tsjechisch geld terug te wisselen in Euro’s. Om elf uur strijk ik neer in een restaurant en als ik daar vertel voor welk doel ik een stempel wil hebben in mijn boekje gonst het door het restaurant dat ik helemaal van Nederland ben komen lopen. Zo kennen we mekaar weer. Het is een genot de mensen toch te kunnen verstaan ondanks hun vlot gesproken Oostenrijks, dat in de verte wel op Duits lijkt. Ze verstaan mij beter nog dan ik hun. Als ik om twee uur niet ver van Hollabrun een kopje koffie drink, vraagt de waardin me of ik Holländer ben want ik praat net zo als.. Ik verwacht dat ik nu te horen krijg Rudie Carel, maar nee, ik praat net zo als pastoor Hendriks die twintig jaar geleden ophield hier pastoor te zijn, maar gezien haar opgloeidende ogen als ze over deze pastoor vertelt moet pastoor Hendriks zeer geliefd geweest zijn.

Na een lekkere pizza in Hollabrun verdwijn ik uit het stadsbeeld. Aan de rand van de stad een hotel, waar men voor een schappelijke prijs ook mijn was wel wil doen. Bij het ontbijt morgenochtend zal ik die schoon en droog in ontvangst kunnen nemen. Het werd tijd ook. Met allerlei kunst- en vliegwerk heb ik de laatste dagen geprobeerd aan mijn eigen niet zo prettige lichaamsgeur te ontkomen. Sommig restaurant personeel krijgt spontaan een hoestbui in mijn aanwezigheid. Ik verdenk die mensen ervan dat het met die hoestbui nog wel meevalt, maar het is een excuus om het hoofd van mij af te kunnen wenden. Zelf ervaar ik op diverse plekken op het lichaam schrijnende irritatie, die niet meer weg te werken valt. Zelfs nieuw gekocht ondergoed begint na een halve dag al te irriteren. Ik vind dat ik er alles aan moet doen om te voorkomen een vervuilde zwerver te worden. Vanmiddag nog hier in Hollabrun werd ik door zo’n zwerver aangesproken. Hij vroeg om een Euro voor een telefoontje. Op vijf en twintig meter afstand weet je al wat voor vlees je in de kuip hebt, vuil en verwaarloosd. Ik wil niet zo gezien worden.

Maandag kan ik in Wenen zijn. Een stad die ik ook wel vaker gezien heb. Een mooie stad, maar dat is op zijn zachtst gezegd zwak uitgedrukt. Wenen is een wondermooie stad, een unieke stad van bouw en opzet.





  • 30 Mei 2010 - 05:56

    Hallo Jan,:

    Hoeveel regen kan er vallen in een paar dagen? Heel veel zo te lezen. Ben blij dat het weer hier iets beter is.

    Wonderlijk dat Tsjechië, zo'n eilandje in Europa is, op allerlei gebied! Jammer inderdaad, want als ze dan toch bij Europeese Unie willen horen zorg dan dat je op zijn minst te verstaan bent. Wat dat betreft zijn wij Nederlanders natuurlijk ook net kameleons. We passen ons heel snel aan aan anderen en proberen er op zijn minst iets van te maken in het Engels of Duits. Kunnen de Tsjechen nog een voorbeeld aan nemen.

    Veel plezier in het gastvrije Oostenrijk. Ik kijk weer met plezier uit naar je wandelervaringen. En duim voor beter weer. Dat verdien je wel op zo'n mega tocht.

    Succes, groetjes Anita

  • 30 Mei 2010 - 07:31

    Peter Werkhoven:

    Jan,

    Ik heb weer van je verhaal genoten. Geef het uit als je terug bent? Wij doen het vandaag met een wandelingetje op de Utrechtse Heuvelrug, en volgende week een weekje Zuid Limburg, maar .. ook leuk. Veel genoegen met de voortzetting van je reis. Volgende maand zijn we in Tsjechië. Ik herken je ervaringen met de Tsjechen wel, maar ook zij weten dat we met hun taal geen meter verder komen natuurlijk. De jongere Tsjechen pakken het toch wel op merk ik. Ze spreken Engels en je komt ze op de mountainbike tegen in de natuur. Er is goede hoop voor ze. Enjoy life (of zo).

    Groet, Peter.

  • 30 Mei 2010 - 08:41

    Joke:

    hoi jan,
    ik heb weer met ver- en bewondering je verslag gelezen. met je beschrijving ivm bredevoort ben ik wel blij, ik ben er 2x geweest ook ivm een expo in foto 21 op het plein. heb er natuurlijk rondgewandeld, maar tot mijn verbazing weinig open boekwinkels gezien. het was in het najaar, ik was al bang dat ik met mijn neus had gekeken! de wandelsite is voor mij nog oké, jl donderdag met gam v d kamp heerlijk bij den dolder gelopen. nog veel wandelplezier en weinig regen! groet van joke

  • 30 Mei 2010 - 17:57

    Klaartje:

    Hoi Jan,
    Grappig hoe je interesse puur gericht kan zijn op het weer, de horeca en slaapplekken en ondertussen interessante filosofische beschouwingen voorbij trekken. Ik wil wel meer lezen over hoe vrouwen zich presenteren in diverse landen. Veel plezier in Oostenrijk, voor mij een keurig land aan de buitenkant en ik wil ook wel meer lezen over de binnenkant. Keep on going!
    Groet,
    Klaartje

  • 31 Mei 2010 - 09:55

    Ine:

    dag Jan,
    zo eindelijk weg uit Tsjechië, het vriendelijke Oostenrijk zal je beter bevallen.
    De regen plensde hier gisteren ook hard neer, eindelijk voor de tuintjes in Bredevoort.
    Mijn winkeltje loopt nu iets beter, dank zij de grijze golf....maar het kan natuurlijk beter!!!!
    Veel plezier verder en bedankt voor het mooie verslag.Ik gun je warm weer en blauwe luchten, misschien komt het ventje weer om je gezelschap te houden, groet Ine

  • 31 Mei 2010 - 14:11

    Haccou:

    Hoi Jan
    WAT GEK ZEG DAT NA AL DIE JAREN SINS WIJ ER GEWEEST ZIJN NIETS IN TJECHIË IS VERANDERD

  • 31 Mei 2010 - 14:21

    HACCOU :

    Hallo Jan
    Er ging geloof ik iets mis maar alla wat ons verbaasd is dat er na al die jaren in Tjechië helemaal niets is veanderd qua mentaliteit.
    Wij genieten hier in Frankrijk erg van je belevenisen onderweg en zijn op al die vrijheid van je best een beetje jaloers. Nu dan Oostenrijk een boelhollanders zul je nu wel tegen komen want een aantal vakanties zijn begonnen .Veel loopplezier kijken alweer uit naar je volgende verslag
    Bon Voyage!! Fran Frans

  • 01 Juni 2010 - 06:01

    Mart En Marian:

    Het was weer een mooi verhaal, we kunnen ons er helemaal iets bij voorstellen en ruiken, kleding wat niet goed gedroogd is, in een tent,een goede borrel, met daarover een slaap, het moet een beregeur geven. Het schijnt dat je het op een gegeven moment zelf niet meer ruikt. Hopen dat de zon gaat schijnen, en Oostenrijk weer een mooi verhaal geeft, het ga je goed !

  • 01 Juni 2010 - 11:55

    Maarten:

    Heb weer genoten van je avonturen.Wat een afwisseling in het weer en in de belevenissen. Heb op de boekenmarkten van Hemelvaart en tweede Pinksterdag toch nog weer wat gevonden. Juist het boekensnuffelen maakt in mijn optie zo'n markt aantrekkelijk, ook al vind je niets. Nu juni is begonnen ga ik ook beginnen met mijn jaarlijkse familiebezoekjes, want het is zo weer oktober en grote hitte onderbreekt mijn bezoekaktiviteiten. Nog bedankt voor je reactie op mijn vorig berichtje. Goede reis. Maarten.

  • 10 Juni 2010 - 19:30

    Huub Van Hees:

    Hallo Jan,

    Zo, dat heb je er weer opzitten. Heb je tocht op de voet gevolgd.

    Soms alsof ik mee liep.

    Groetjes,

    Huub.

  • 12 Juni 2010 - 20:44

    Noa:

    Heb vandaag pas het hele reisverslag gelezen en heb bewondering voor iemand die zo'n tocht onderneemt. Echter, de ervaringen die U heeft met Tsjechen en Tsjechië delen mijn man en ik totaal niet.
    Wij komen al ruim tien jaar zo'n twee à drie keer per jaar in Tsjechië en natuurlijk kom je wel eens norse, onverschillige of onvriendelijke mensen tegen zoals die er overal in de wereld rondlopen, maar over het algemeen zijn wij alleen maar lovend over Tsjechië. Anders kwamen we er ook niet zo vaak. Dat de mensen slecht hun talen spreken, heeft een reden en mijnheer Bloemendaal wanneer u zich de moeite had genomen om u iets meer in te lezen in de Tsjechische geschiedenis, zou u ook niet zo geïrriteerd zijn geweest wanneer u met Engels en/of Duits niet ver kwam.
    Wij merken juist dat vooral de jongere Tsjechen heel graag Engels met ons spreken en dat ik nauwelijks de gelegenheid krijg om mijn Tsjechisch te oefenen.
    Uw verslag straalt een minachting uit voor de Tsjechen en dat een Tsjech geen contact zoekt met iemand die zo arrogant overkomt, kan ik me heel goed voorstellen.
    Oh ja, goedendag is 'dobrý den', alstublieft 'prosím' en dank u wel 'dekuji'. Wanneer wij in Tsjechië zijn, horen we dat voortdurend!

  • 12 Juni 2010 - 21:44

    Jan Bloemendaal:

    Beste onbekende Noa,

    Ik gun u uw ervaringen in Tsjechië, maar kan u slechts adviseren eens te leren lezen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Oostenrijk, Hollabrunn

Jan

Actief sinds 11 Aug. 2008
Verslag gelezen: 619
Totaal aantal bezoekers 86852

Voorgaande reizen:

25 Januari 2011 - 31 December 2020

Onbekende duur

15 April 2010 - 15 Augustus 2010

Omweg naar Rome

15 September 2008 - 15 April 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: