In Praag hard doorlopen - Reisverslag uit Kutná Hora, Tsjechische Republiek van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu In Praag hard doorlopen - Reisverslag uit Kutná Hora, Tsjechische Republiek van Jan Bloemendaal - WaarBenJij.nu

In Praag hard doorlopen

Door: Jan Bloemendaal

Blijf op de hoogte en volg Jan

21 Mei 2010 | Tsjechische Republiek, Kutná Hora

Dag 29, Hemelvaartsdag 13 mei 2010, Sohland.

Als ik wil zou ik hier bij Sohland rechtsaf kunnen slaan om acht kilometer verder al in Tsjechië te zijn. Maar ik wil niet. Duitsland bevalt me nog goed en bovendien is het vandaag een feestdag en dan moet je vermijden een nieuw land binnen te komen, omdat de benodigde diensten niet normaal functioneren op een feest- of zondag.. Morgen in Tsjechië is vroeg genoeg.
Hier in Duitsland functioneren de diensten vandaag ook niet normaal, maar hier ken ik de situatie. De bakkers die ik passeerde kondigen allemaal aan op doordeweekse dagen om half zeven open te gaan, maar vandaag dus niet. Mijn ontbijt scharrel ik bij mekaar bij een pompstation dat ik bereik na anderhalf uur wandelen na een koude nacht. Je merkt goed dat ik hier hoger zit dan een paar dagen geleden, want de nacht was echt weer koud. Gisteravond kon ik het al merken. Vanmorgen werd ik met een schok wakker toen ik de slaapzak voor de ogen wegtrok en ontdekte dat het al volop licht was en inmiddels al bijna zes uur.
Haast heb ik niet, maar het verwonderde me dat ik het sinds gisteravond acht uur onder zeil had uitgehouden.
Hemelvaartsdag wordt hier net als in Nederland gevierd met dagtochten maken. Fietsers zie je niet, maar overal wandelen groepen van minstens drie mensen door het landschap. Van echt dauwtrappen schijnt geen sprake te zijn, want de dauw is al lang weggetrokken als ik om negen uur de eerste wandelaars tegenkom. Ze torsen allemaal flinke dagrugzakken mee. Ik ontmoet een groep vrolijke wandelende heren met een hoge hoed op hun hoofd, gewapend met wandelstok en van bloemen op hun borst voorzien. Ze blijven staan als ik een foto maak.
Om elf uur strijk ik neer aan een Stausee, waar ik buiten moet zitten om wat te nuttigen. Ik trek lekker een fleecedeken over mijn schouders, want koud blijft het met de zon nog achter de wolken.

Neusalza-Spremberg.

Genoeg gewandeld voor vandaag. Ik ga heerlijk eten in de Ratskelder. Ik overweeg een kamer te nemen, alleen vanwege de kou. Maar het zou ook nog net in de tent kunnen. Zo juist hier in de Ratskeller had ik een trage verbinding met een onbeveiligd netwerk maar het lukt om mijn berichten te plaatsen.
Oei, het eten was lekker, nu eens in een echt Duits restaurant, de Ratskeller. Hoe ga ik Tsjechië beleven? Ik ben daar vaak genoeg geweest, zowel gemotoriseerd als met de fiets. Met de fiets kwam ik er door in 2003 op weg van Spanje over Finland naar huis, waarbij ik niet verder kwam dan Litouwen waar het dievengilde drastisch toesloeg en mij een verder fietsen belette. Voor het eerst was ik in Tsjechië in 1972. Het land was toen verbonden met Slowakije en heette Tsjechoslowakije. Als zodanig maakte het wat betreft de kwaliteit van het wegennet in de socialistische landen destijds een positieve indruk. Oh ja, in 1989 was ik er ook met de fiets. Ik was toen vanaf de toenmalige Bondsrepubliek ten noorden van de DDR langs gevaren met de boot, want de DDR kwam je vroeger wel in, maar niet met de fiets. Toen ging ik van Polen naar Tsjechoslowakije. En nadat ik me al in Polen verwonderd had over de vele stakingen en ontbreken van een normale gang van zaken in de plaatsen waar ik door kwam, kwam ik in Tsjechoslowakije alleen maar mensen tegen in overvolle kroegen die daar zaten te vergaderen of te hoop gelopen waren voor een spontane bespreking van weer een nieuwe ontwikkeling in de plaatshebbende Wende. Maar gelukkig waren de kersen rijp aan de vele kersenbomen die daar langs de weg staan. Ik had toen in Polen een dagelijkse vertering moeten doen van wel zeven en dertig hele Duitse marken, maar kon bij lange na dat bedrag per dag niet opmaken. In Polen had ik geprobeerd op straat het geld aan de mensen uit te delen, maar zij weigerden het aan te pakken. Toen rolde ik Tsjechië binnen en moest weer een vast bedrag per dag wisselen, maar in Tsjechië controleerden ze de zaken achteraf. Dus kon ik rustig proberen om mijn vele zlotys te wisselen en te trachten van de opbrengst daarvan te leven en dat lukte. Toen ik Tsjechië verliet moest ik niet alleen een vermanende preek aanhoren van de grenspolitie, maar mij werd ook een hoge boete in het vooruitzicht gesteld voor mijn wangedrag. Uiteindelijk kwam het er op neer dat ik wel vijf hele Duitse marken moest betalen om van mijn zonde verlost te worden.
In 1972 was ik voor het eerst in Tsjechoslowakije, op terugreis vanuit Moskou per eigen auto. Het was kort nadat een nog lang bekend gebleven anti communist zichzelf in brand had gestoken in Praag. Jan Palach was zijn naam. De stemming voelde toen grimmig aan in Praag en je werd herhaaldelijk heimelijk aangesproken door jongelui die geld wilden wisselen. Maar wat moet je met dat geld als je al te veel hebt door de gedwongen omwisseling per dag? Marlboro was er toen nog niet te koop. De vele arcaden in Praag stonden allemaal nog leeg. Er waren weinig toeristen op de been. De stad maakte een doodse indruk. Toen ik er in 2002 doorkwam was de toestand totaal veranderd. Het was in mei en het gonsde er van de vele toeristen die de gerestaureerde stad bezochten met zijn leuke winkeltjes in de arcaden. Het zag er toen zwart van de Japanse toeristen.

Dag 30, Vrijdag 14 mei 2010, Seifhennersdorf.

In ijltempo werk ik vanmorgen even na vijven mijn dagelijkse ochtendritueel af. Een ijltempo dat wordt genoodzaakt door alarmerend getik van regendruppels op de tent, juist als ik wil opstaan. Het regent niet veel en het lijkt dat alle spullen nog droog meekomen. Als ik eenmaal in het tuig hang, treedt de regen forser op, maar nog altijd niet alarmerend, wel hopeloos. De lucht zit potdicht.
De juf bij de benzinepomp, waar ik mijn dagelijkse ontbijt nuttig, beklaagt zich bij mij dat de kranten al anderhalf uur te laat zijn en zij vele klanten teleur moet stellen. Even later ziedaar, de bestelwagen met kranten. Maar even later opnieuw een waterval van klachten van het mens, omdat er niet alleen kranten bezorgd zijn, maar ook van vele tijdschriften enkele nummers die zij geacht wordt op de juist te plek toe te voegen in het tijdschriftenrek. Ik vermaak me over dit gemopper en vertel haar dat het me niks interesseert; aanleiding voor haar om mij nogmaals trachten te overtuigen te beseffen hoe erg haar lot is.
Zo lusten we er nog wel één.
Ook de slager in Neugersdorf schenkt koffie, maar dat is al weer anderhalf uur later en ik ben al op veel plaatsen nat. Ik kom in de verleiding bij de slager te blijven zitten, koffie te drinken en af en toe een broodje te bestellen met veel van de lekkere dingen die hij in de aanbieding heeft. Maar nee, ik weet weerstand te bieden aan deze verlokkingen en loop door naar Seifhennersdorf, dat nog tien kilometer verder zal liggen volgens een bordje. Edoch, al een kilometer later geeft een nieuw bordje aan dat het nog vier kilometer verder is naar dat Zeephennendorp. Daar wil ik de grens over, maar ik heb geen haast. Het lijkt erop dat het weer opknapt.
In Zeephennendorp is de kerk open voor bezichtiging. Het enige restaurant, de Ratskeller gaat pas om elf uur open dus wip ik de kerk in. Natuurlijk ben ik de enige belangstellende, maar dat betekent wel dat ik met veel enthousiasme tegemoet wordt getreden door een serieus gemeentelid dat mij alle wetenswaardigheden van de kerk wil verduidelijken. Maar ja, zij wordt ook al een dagje ouder en weet niet alles meer uit het hoofd. Ze haalt er een papier bij, wil het me van daaraf allemaal verklaren, maar haar Duits is net zo verstaanbaar als mijn moeders Chinees. Ze stelt verstaanbaar een compromis voor; ik zal de ene helft van de wetenswaardigheden zelf lezen en zij zal de andere helft voorlezen.
En toch was het leuk!
Ik duik de Ratskeller in voor voorlopig mijn laatste Duitse maal.

Dat had ik dan gedroomd. Als ik buiten kom uit de Ratskeller valt de regen nog stadig uit een hemel die potdicht zit. Zo doet ook het Fremdenverkehrsbureau, maar de juf achter de bakkersteek, weet me wel enige overnachtingsadressen te verschaffen. Gaststätte Zur Linde biedt nog plaats aan een verzopen wandelaar. Naast het hotel woont een echte schoenmaker. Dat kan mooi uitkomen, als hij nou vanmiddag mijn schoenen eens van een echte lap voorziet, dan kan ik morgen ongestoord verder. Maar de schoenmaker wil er niet aan. Hij kan het niet repareren, meent hij, omdat de vorige reparatie verkeerd is uitgevoerd. Nou, dan maar hopen dat ik in Tsjechië een echte vakman vind.
En het regent maar. De vooruitzichten zijn positief, het zal droger worden, maar nog niet warmer. Hier in de gelagkamer van “Zur Linde” brandt vrolijk een houtkachel.
De waard heeft me de sleutel van het netwerk gegeven, maar hier beneden heb ik geen verbinding, boven op mijn kamer wel. Straks eens even het journaal bekijken.
Twintig kilometer hier verderop ligt Herrnhut, de plaats die gesticht is door uit Bohemen verdreven protestanten. De Graaf van Zinsendorf verleende deze mensen vestiging op zijn landgoed en dit werd het begin van de Broedergemeente. Zij vestigden zich onder andere ook in Nederland, waar ze in Zeist een gemeente stichtten. Vandaar uit bedreven ze zending in Suriname. Ze staan bekend om hun harde werken en de gedegen opzet en uitvoering van de bedrijven die ze beheren. Als bijzonderheid zag ik vroeger eens dat ze hun doden begraven naast elkaar in volgorde van overlijden. De sterfdatum vermelden ze op de grafstenen voorafgegaan door het woord “Heimgegangen”. Mooi hè!
Als je bij Hardenberg de grens over gaat naar dat Duitse veengebied dat als het ware in Nederland steekt, tref je daar ook een kolonie aan van deze Broedergemeente. Ze vonden daar een nieuw genadeveld en hebben die kolonie dan ook zo genoemd “Neugnadenfeld”.
Ook Maarten Luther trad hier in het zuiden van de voormalige DDR op. Hier niet zo ver vandaan ligt Weimar en ook Wittenberg. Moet een religieus volkje zijn hier, maar ze lijken mij luchtiger en vrolijker dan bij ons de Calvinisten.
Typisch hier in de omgeving is niet alleen de tweetaligheid, maar ook een typische woningbouw. Ik heb hier heel veel huizen gezien, die alle zo’n beetje vermeldden dat ze rond het midden van de negentiende eeuw gebouwd werden. Het zijn rechthoekige huizen met naast de voordeur die in een zijgevel weggewerkt is, vier houten pilaren. De drie vakken die deze pilaren vormen zijn opgevuld met houten liggende balken. In ieder vak is een raam aangebracht. Veelal zijn de staanders bruin en de liggende balken geel. Aan de andere kant van de deur zijn de muren van steen, maar langs de muren van de eerste verdieping zijn leistenen gehangen, zoals je dat ook wel in Limburg ziet, maar hier zijn die leistenen veel kleiner. Tussen de zwarte leistenen zijn met witte leistenen versieringen aangebracht. Waarom en waartoe? Ik heb er tot nog toe niemand over kunnen spreken.

Dag 31 zaterdag 15 mei 2010, na Varnsdorf.

Ook in dit restaurant in Tsjechië brandt vrolijk de open haard. De warmte die hij verspreidt, komt aangenaam op me toe. Het weer is hopeloos. Zo heb ik het zelden meegemaakt. Het is niet alleen nat, maar ook buitengewoon koud. Vier kilometer hiervoor heb ik bij de benzinepomp nog een paar plastic tankhandschoenen meegenomen, om mijn handen iets te kunnen beschutten tegen de kou.
Ook hier in Tsjechië zet zich die eigenaardige bouwwijze van de wat oudere huizen voort. Gisteravond wist de waard te vertellen dat die bouwwijze bij de Franken hoorde, die veelal leefden van de weverij. Lijkt me onlogisch, want als je wilt weven dan zul je ook landbouw en veeteelt moeten bedrijven. Landbouw om linnen te kunnen weven en veeteelt voor de wol. Wat nu precies het waarom is geweest van deze bouwwijze wist hij me ook niet te vertellen. Hij had wel ergens de klok horen luiden.
In Varnsdorf waar ik vanmorgen om half negen arriveer, slaan overal de honden aan, als ik langskom. Dat ben ik al lange tijd niet meer gewend en mijn anti-hond apparaat zit dan ook al een paar weken diep weggeborgen. Al vaker heb ik geconstateerd dat een landsgrens overschrijden ook betekent dat je met ander hondengedrag te doen krijgt. De mensen zijn anders, maar ook de honden.
De mensen spreken hier niet alleen een andere taal, maar hun huizen zien er ook lang niet zo verzorgd uit als in Duitsland. De prijzen in de horeca zijn ook lager en de wegen een stuk slechter. Je merkt na een paar kilometer al dat dit land geen oudere broer heeft in het westen zoals de voormalig DDR die door de miljarden steun uit de Bondsrepubliek op de been werd gezet en gehouden.

Novy Bor.
Weg tekst die ik zojuist getikt heb in dit restaurant. Dat overkomt me wel vaker. Dan heb ik een toets aangeraakt die meteen het zojuist getypte wist en het is niet meer ongedaan te maken. Gisteravond had ik mooi internetverbinding op mijn kamer. Journaal gekeken en gezien dat het weer in Nederland beter is dan hier. Ook gezien dat Nederland worstelt met de gevolgen van een vliegongeluk in Libië.
Mooi kon ik even wat favoriete tv-programma’s bekijken. Paul en Witteman, daar wil ik thuis nog wel graag naar kijken, maar nu maakt dat programma de indruk te bestaan uit zouteloos gebabbel. Dan maar overgeschakeld naar “Bloedverwanten” waarvan ik ook al in Nederland besefte dat het programma levensecht moet lijken maar aan alle kanten rammelt en een totale aanfluiting is, waar ik toch graag naar kijk.

Dag 32, zondag 16 mei 2010, Ceska Lipa.

Nu ook nog excuses eisen of de weg vragen gaat een beetje ver. Bovendien zijn de heren al verdwenen voor ik er erg in heb. Dus berg ik mijn paspoort en laptop in de rugzak en verdwijn, de straat op. Waar ik me ergens bevind in deze stad, moet ik maar raden. Is de grote weg naar Praag, naar links of naar rechts? De zon verschuilt zich nog steeds achter de wolken en tv-schotels hangen ook nergens om het zuiden aan te duiden. Dus op goed geluk sla ik een richting in en tracht voorbijgangers de weg naar Praag te vragen, tot ik een kwartier later het punt herken waar het gedonder begon. Ik stak daar een kruispunt over zonder gebruik te maken van een twintigtal meters verderop gelegen zebrapad. Dat had ik ook niet gekund, maar de politie die mij het verder gaan belette, meende van wel. Twee duizend kronen willen ze hebben en dat wil ik niet betalen. Ik was op de autoweg, zeggen ze, maar de weg staat niet als zodanig aangegeven. Als ik een pas te dicht bij de politie kom, klinkt het op een mij onprettige toon: “Da bleiben!””Ik ben geen hond”, hoor ik mezelf in het Duits zeggen. “Probleme?” Bijt de agent me toe. “Ja!”, dus. Dan moet ik een kwartiertje wachten terwijl beide heren in de auto met mijn paspoort zitten te frummelen. Ja ik zal me daar even tachtig Euro gaan betalen omdat ik in de ogen van de politie niet keurig over het zebrapad liep! Hou toch op!
Na een kwartier wordt me een tekst in het Tsjechisch onder ogen geduwd die ik ondertekenen moet. Ik begrijp niet wat er staat, dus van mij geen handtekening. Dan wordt er gedreigd dat als ik niet teken, ik mee moet naar het bureau. “En je denkt zeker dat ik bang ben dat je me daar meteen voor veertien dagen op water en brood gaat zetten?” Voor argumenten kan ik zwichten, voor dreigementen duurt het wat langer voordat ik overstag ga. Inladen die handel en mee naar het bureau. Daar gaat mijn principe om geen gebruik te maken van een wiel. Er zal een tolk gewaarschuwd worden, begrijp ik. Maar voordat de tolk verschijnt, wordt mij nogmaals het boekje onder ogen gehouden dat ik tekenen moet. Verduidelijkt wordt het gebaar met het woord “ambassade” en dan snap ik wat ik moet onder tekenen, maar ik weiger opnieuw, want ik heb geen fout gemaakt en zou ik al een fout gemaakt hebben, dan vind ik de boete veel te hoog, ook al wordt mij dan verteld dat Duitsers die boete wel betalen en Russen en Tsjechen doen dat ook, “dat is normaal”. Maar ik vind het niet normaal. Plotseling klinkt het “Auf Wiedersehen”. Het paspoort blijft liggen en de heren zijn meteen weg.

Goed begin van de week hier in Tsjechië. Vanmorgen bij het opstaan in het pension merkte ik ook al dat ik niet meer in Duitsland ben. De Pünktlichkeit is ver te zoeken. Half acht zou ik kunnen ontbijten, maar toen ik op die tijd in de ontbijtzaal kwam was er geen ontbijt en verder was het doodstil in huis. Geen enkele aanwijzing waar ik enig personeelslid zou kunnen vinden; de deuren zaten op slot. Als ik om kwart voor acht nog geen ontbijt voorbereidingsactiviteit waarneem, verdwijn ik. Ik heb slechts twee briefjes van duizend kronen op zak, maar het is me wat veel om zeg maar vijf honderd kronen als fooi achter te laten. Zij maken een fout, niet ik. Gelukkig heb ik gisteravond mijn consumpties al betaald.
Bij een benzinepomp, een koffie automaat waar ik absoluut geen wijs uit kan worden en de beheerder is te beroerd om me te helpen. Wisselen zal hij zeker ook niet doen, Dus ik verdwijn richting Ceska Lipa. Aan de rand van de stad een winkelcomplex met koffie en broodjes.

En even later het politie gedoe.
Verder lopend heb ik mooi de gelegenheid de toestand met de politie te overdenken. Ze hebben me een bushalte getekend aan de verkeersweg. Daar vandaan loopt een voetweg naar het kruispunt waar ik overstak. Ik kan me die bushalte echt niet meer herinneren, maar de politie moet gemeend hebben dat ik daar uit de bus ben gestapt en voor mijn gemak de verkeersweg genomen heb. Deze theorie is in overeenstemming met het feit dat ze niet meteen naar mijn paspoort vroegen maar dreigden dat ik Tsjechisch moest spreken. Ze hebben me dus waarschijnlijk aangezien voor een Tsjech die uit de bus gestapt zijnde de voetweg niet had genomen. Leg dat nou maar eens uit aan mensen die zicht slechts van één taal kunnen bedienen, die ik ook nog niet beheers. Eén voordeel heb ik altijd in zo’n situatie, ik heb alle tijd en blijf desnoods in de politiecel slapen.

Dag 33, maandag 17 mei, Dorp met onbekende naam.

Het is sjouwen vandaag, maar wel door een mooie streek en het zwarte mannetje, van wie ik op deze reis nog niet eerder repte, loopt vandaag ook mee.
Vanmorgen duurde het wel een hele tijd voor de zon te zien was, maar ja, ik liep dan ook al om half zes. Aan het wolkendek was te zien dat het mooi zou worden. De wind heb ik pal in de rug en dat is eigenlijk niet fijn, want ik loop naar het zuiden. Ik geloof dat om negen uur eindelijk de zon doorkomt. Eindelijk, want het is geloof ik al een dag of vier, vijf uitzonderlijk koud geweest zonder de zon te zien en de temperatuur is nog niet hoog. Maar we lijken de goede kant op te gaan. Als de maximum temperatuur iedere dag een graad hoger wordt is het aan het eind van de maand nog best aangenaam.
Vandaag passeerde ik al twee dorpjes, waar tot 1945 Duitsers woonden, tot ze verdreven werden door Tsjechen, die hun woede koelden op hun buren voor het leed dat hun tijdens de oorlog was aangedaan. Vanmorgen eerst een dorpje, de naam ben ik een seconde na het lezen al weer vergeten, maar er stond een keurig en kleurig pas geschilderd barok kerkje. Het kerkhof erom heen was sinds de Duitsers wegwaren niet meer onderhouden. Op een grafsteen was nog te lezen dat er begraven was in 1888. Een dorpje verder dezelfde situatie bijna, maar het kerkhof was in onderhoud gebleven. Er was zelfs nog een monument leesbaar voor de gevallen helden van de oorlog ‘14-‘18. Soms zie je een kolossaal huis, met daarop sterk vervallen Duitse teksten. Die huizen lijken dan wel bewoond, maar ze worden verwaarloosd alsof de huidige bewoners zich na vijf en zestig jaar nog steeds geen eigenaar voelen. Roofbouw lijkt er gepleegd te worden op wat Duitsers hier ooit ontwikkeld hebben. Onverzorgd zijn vele huizen, maar ook vele mensen. Oorzaak?
Als ik om half elf eindelijk langs een restaurant kom, blijkt dat pas om elf uur open te gaan.
Ondanks dat ik sinds half acht geen voorzieningen meer passeerde waag ik het er op en wandel verder. Om half twaalf strijk ik neer in een motel met internet. Maar meer dan mijn nieuwe e-mails ophalen lukt niet. Ik heb bijna zes uur gelopen met korte onderbrekingen, ik neem ruim pauze en dan maar zien waar vanavond het schip strandt.

Libechov
Verder dan hier ga ik vandaag niet. Als ik straks gegeten heb, water ingeslagen en dan nog een paar kilometer doorloop, voor ik me neervlij, dan ben ik morgenochtend naar schatting zes kilometer voor de stad Melnik. Dat is een acceptabels stukje om er voor het ontbijt uit te gooien. Morgenavond kan ik dan net voor Praag overnachten, dan woensdag Praag door om woensdagavond aan de andere kant van Praag de tent op te slaan.
De kaart, die ik bij me heb van Tsjechië is veel te grof en slecht. Ik ben vandaag dorpen gepasseerd die er niet op stonden en er stonden dorpen op die niet meer waren dan vijf huizen. Verrassend dat wel. Dit dorp stond goed aangegeven.
Ging ik vanmiddag weg uit het motel waar ik gegeten had en vlijde me een half uur later neer in het gras, twintig meter van de weg af om een middagdutje te doen, word ik plotseling opgeschrikt door een kerel die uit een jeep stapt pal naast mijn neus. Ik schrik wakker, maar de kerel spreekt me geruststellend toe. Maar ik ken die kerel, hij was bezig het gras te maaien bij het motel waar ik wat at. Wat wil hij van me? Hij stapt weer in, verplaatst de jeep nog een paar meter naar voren, stapt weer uit en voegt me dan toe “Just a moment”. Als ik mijn spullen inpak, zie ik dat er op de weg een kerel naast een auto staat te bellen. Ook de jeepbestuurder begint te bellen. Wat is hier aan de hand? De toon van de jeepbestuurder was geruststellend, maar ik snap toch niet wat er gaande is en of het mij aangaat. Moet ik blijven of zal ik verder gaan? Maar als ik klaar ben met mijn rugzak, verdwijnen beide auto’s, mij met onbeantwoorde vragen achterlatend.

Al verder lopend kom je dan toch bij Kafka terecht. Is het toevallig dat Kafka schreef vanuit Tsjechië over totaal verkeerd ingeschatte situaties en de gevolgen daarvan? Is het toeval dat dat hier in de omgeving moet zijn. Kafka woonde als Jood in Praag. Hij was geen Tsjech en kon dus als zodanig afstand nemen.
Gisteren schatte de politie mijn situatie verkeerd in. Vandaag kan ik de situatie met de beide auto’s totaal niet inschatten. Ik herinner mij niet dit ooit in een ander land meegemaakt te hebben. Of toch? Bij een bezoek aan Noorwegen wilde ik eens een museum bezoeken. Ik meldde me bij de poort waar een man stond te wachten. Hij gaf me een hand en nam me vervolgens mee het museum in. Daar wees hij me plaats aan een grote tafel. Terwijl ik bleef zitten, werden de stoelen aan deze tafel ingenomen door mannen die me een hand gaven en even later begonnen te vergaderen. Ik bleef nog even zitten, maar toen niemand er blijk van gaf te beseffen, dat ik niet bij deze vergadering hoorde, kneep ik er tussen uit.

Dag 34, dinsdag 18 mei 2010, net na de snelweg bij Praag.

Vannacht geslapen vlakbij een brug in aanbouw. Het verkeer wordt er met lichten geregeld. De baan van de oude brug rammelt verschrikkelijk, maar ik hoor het in de tent niet, want ik slaap met oordoppen in. Het verwondert me dat er geen bordje opgehangen is, dat het voor voetgangers verboden is de oude brug te passeren, zoals ik gisteren ook bij een bouwsituatie zag. Waar ík dan moet blijven staat verder niet aangegeven. Zie hier wordt de mogelijkheid voor voetgangers zelfs apart naast de verkeersbaan geregeld, een smalle houten baan is er voor mij aangelegd. “Prima”, denk je dan toch, tot je aan het eind bijna weer terug moet omdat het voetgangerspad door de bruggenbouwers volgegooid is met pallets.
Het is koud, er waait een koude wind en de stad Melnik, anderhalf uur verder, biedt geen ontbijt. Drie kilometer na de stad een benzinepomp met baguettes die in de koelkast liggen. Weliswaar in cellofaan verpakt, maar droog. Honger maakt rauwe bonen zoet. De koffie kost maar negen kronen en dat zijn zesendertig centen. Maar na twee uur lopen wil ik wel even zitten, om de voeten te kunnen ontspannen, daar moet af en toe het gewicht af. Dat lukt hier niet. De verkeersweg die ik volg is verschrikkelijk druk. Het stormt en als ik het stormbandje niet ingeschakeld zou hebben zou mijn hoed bij bijna iedere vrachtwagen van mijn hoofd geblazen worden. Dit is geen vrolijke vrije wandeling meer naar Rome en zeer tegen mijn principe in, moet ik aan de rechterkant van de weg gaan lopen, dan heb ik geen last van de rukwinden die passerende trucs veroorzaken.
Van de kaart die ik heb klopt niks. Bij een dorp besluit ik de oude weg door het dorp te nemen omdat het lijkt dat de verkeersweg recentelijk er om heen geleid werd. Een dorpje verder hetzelfde geval. Als ik daar een kopje koffie drink, wijst een Tsjech mij op een toeristisch wandelpad naar Praag. Ik ervaar de man als een positieve uitzondering. Tot nog toe heb ik geen contact gehad met Tsjechen. Ze nemen totaal geen notie van je en stellen absoluut geen belang in je. Ze maken een afgestompte indruk. Niet geïnteresseerd in jou. Ze merken misschien niet eens dat ik geen Tsjech ben. Prettig volk vind ik het niet tot nog toe.

Vandaag klopt er veel niet. De kaart klopt niet, de afstandsbordjes kloppen niet en de zonnestand klopt niet. Toch probeer ik richting Praag te lopen. Voor mijn gevoel moet dat naar het zuiden zijn, maar ik loop al uren naar het oosten. Dan zie ik een aanwijzing, Melnik, 26 kilometer. Kan nooit kloppen, want ik ben vanmorgen vier kilometer voor die stad vertrokken. Dan zou ik dus al dertig kilometer gesjouwd hebben vandaag. No, forget it. Een uur later staat Melnik aangegeven als 24 kilometer, terwijl ik toch van die stad wegloop. Vanmorgen zag ik Praag aangegeven met 22 kilometer en uren later weer met 27. Op de kaart kan ik dus niet vertrouwen, op de richtingbordjes ook niet en op de mensen? Forget it ook maar. De een wijst je naar links, de andere naar rechts. Nu snap ik ook weer waarom ontwikkelingslanden er zo moeilijk bovenop komen.
In Nederland ken ik politieke partijen die niet op onderwijs willen bezuinigen. Gelijk hebben ze, maar onderwijs is niet alles. Je kan door middel van onderwijs veel op de harde schijf zetten bij mensen. Maar met welke programma’s werken die mensen met het onderwezene? Met andere woorden, hoe creatief zijn ze in het gebruik van het geleerde?
In derdewereldlanden schijnt het nog moeilijker te zijn om enige ontwikkeling in het land te pompen. Daar word je geconfronteerd met voorbeelden van domheid, die je in Nederland niet eens kunt bedenken. In Khartoem (voor wie het vergeten is, dat is de hoofdstad van Soedan) had ik eens een hotelkamer voor acht shilling. Ik verbleef er drie nachten. Bij het afrekenen, moest ik elf shilling betalen, want acht shilling plus drie nachten maakt samen elf shilling. Het bleek onbegonnen werk om duidelijk te maken dat hier vermenigvuldigd moest worden in plaats van op te tellen. En wat te denken van de vele kroegbazen in ontwikkelingslanden die bordjes ophangen met daar op vermeld: 1 bier 1,25, 2 bier 2,50, 3 bier 3,75 enzovoort. Ik heb zelfs wel gezien de tekst 1 bier 1,00, 2 bier 2,00 enzovoort.
Onderwijs, onderwijs, misschien geldt het hier ook wel, al is dit land natuurlijk niet te vergelijken met een ontwikkelingsland als de Soedan. Hoewel; creatief zijn de mensen hier zeker ook niet te noemen.
En het gaat allemaal zo onvriendelijk.

Dag 35, woensdag 19 mei 2010, Praag.

Tja, als de weergoden dan niet mee willen werken, dan ga ik echt niet op de toeristische toer om Praag te bezichtigen. Het was niet alleen tot elf uur stervenskoud, maar toen begon het ook nog te regenen. Het weerbericht, voor zover ik het volgen kan in de krant geeft een mini/max temperatuur aan van 8 tot 13 graden bij een noordwesten wind. Tel uit je winst! Vanmorgen bij het opstaan was het al koud, maar gelukkig nog windstil. Na een uur al een tankstation voor koffie en een droge baguette uit de koelkast. Tsjechisch geld heb ik bijna niet meer, maar de giro pinkaart functioneert voldoende om een nieuwe en betere kaart van het land en een plattegrond van Praag aan te schaffen. Dan wordt me duidelijk wat er gisteren is misgegaan. Aan de plattegrond van Praag heb ik voorlopig nog niks, want ik kan echt niet vinden waar ik ben. Op één van de vele overnachtingsbemiddelingsbureaus die ik passeer ga ik het vragen. Daar spreken ze Engels, tenminste dat verwacht ik. Niet alleen wordt me gewezen waar ik ben , maar ook geadviseerd de bus te nemen naar de binnenstad, want het is nog wel tien kilometer ver. Als ik vertel dat ik van Nederland naar Rome loop en daarom geen bus wil nemen, blijkt het opeens nog maar zeven kilometer naar de binnenstad. Ik barst in een schaterlach uit en de juffrouw met me. Nog geen vijf kilometer later na het passeren van enige moeilijke voetgangerstoestanden, nog gebouwd in die goede oude socialistische tijd, sta ik in het centrum van Praag.
Wat een weer!

Dag 36, donderdag 20 mei 2010 Mulkatov.

Mulkatov, ook een naam om direct weer te vergeten. Het ligt op weg no 2 van Praag naar het zuidoosten.
Vanmorgen werd ik nog wakker in Praag. Ik had heerlijk geslapen in een strook groen tussen het spoor en een tramwisselplaats. Niemand had mij gestoord, ’t was alleen gisteravond een natte boel en ik had dan ook niet de bedoeling in de tent te slapen, maar het enige hotel dat ik vond verlangde vijf en zeventig Euro, terwijl het een verlopen indruk maakte. Ik liep door en vond niks meer. Dus ik moest wel. Om zes uur vanmorgen zat ik aan het ontbijt, nu eens niet met een droge baguette, maar met kelmi. Wat het is weet ik niet, maar het lijkt op camember op sterk water en het smaakt best wel. Op de tv zie ik Tsjechië afgebeeld, met hier en daar een wolkenpartij met aan de rand een zonnetje. “20” staat er bij geschreven. Dat zal toch niet de maximum verwachte temperatuur zijn voor vandaag! Maar tegen een uur of tien als ik koffie zit te drinken in Ricany, is het net of het buiten lichter wordt. Verder lopend blijkt hier en daar de straat al droog en de bewolking wordt steeds dunner, maar nog geen zon die door komt.

Om goed één uur strijk ik neer in Vyzlovka, in een hotel dat al tien kilometer van te voren stond aangekondigd. Een hotel dat wat aan zijn promotie doet, promotie die betaald moet worden. Maar de prijs is nog niet de helft van het verlopen ding waar ik gisteren in Praag opgave vroeg. Helaas, internet schijnen ze niet te hebben. Ik lees al mijn verslagen nog eens na, zie en lees hoe langzaam het alles gaat, maar bemerk dan dat ik nu toch wel in heel andere omstandigheden ben dan ik in Duitsland was. Wat een totaal ander land. Hier proef je geen geschiedenis, geen cultuur. Hier wonen mensen die overleven, en zo doe ik. Contact met mensen heb ik amper. Als er al een vreemde taal gesproken wordt is dat Engels, maar dan alleen instrumenteel. Als je vraagt of er Engels gesproken wordt is het antwoord ook altijd: “Just a little bit”en de conversatie beperkt zich tot waarvoor ze nodig is. Nooit nog heb ik een vraag gekregen over waarom die grote rugzak en mijn wandeling, behalve eergisteren dan, maar de man sprak alleen Tsjechisch en dat spreek ik pas als mijn zeven en twintigste vreemde taal. Je leert het ook niet. De geschreven taal bedient zich van veel accenten op de letters en schrikt me daarom alleen al af, maar beleefdheidsvormen zoals goejemorgen en alstublieft, dankjewel, de eerste dingen die je meestal leert in een vreemde taal, hoor je hier ook bijna niet. Na vijf dagen ken ik nog het woord voor dankjewel niet, gewoon omdat je het nooit hoort. Zo gaat het ook met alsjeblieft. Goedendag weet ik dan al wel, maar goed verstaan heb ik het nog altijd niet, volgens mij zeggen ze zoiets als dobre dien. Ze zeggen het eigenlijk niet, ze tsjilpen het als mussen die mekaar in de weg zitten.
In alle horecagelegenheden waar ik neerstrijk wordt nu al dagen lang verwoed gekeken naar ijshockey wedstrijden. Er zal wel een of ander kampioenschap aan de gang zijn. Het maakt de indruk alsof de wk voetbal al begonnen zijn op het ijs.
Hier in de gelagkamer van dit hotel heeft de bediening de open haard aangestoken. Het was net niet helemaal nodig geweest, maar het maakt het verblijf hier toch wel een stukje aangenamer.
Onnodig op te merken, dat Tsjechië mijn land niet is en ook niet worden zal. De mensen fietsen hier langs elkaar heen als blokken hout die mekaar niet raken. O.k. van een grote stad verwacht je dat, maar ook in piepkleine dorpjes, loop je langs mensen, zonder dat die er blijk van geven, dat ze jou opgemerkt hebben. Ik vind dat raar en kan het niet verklaren met het socialistische verleden.

Dag 37, vrijdag 21 mei 2010, Zasmuky.

Nog net voor twaalven schuif ik hier aan in dit restaurant na sinds kwart over zeven met één onderbreking van een kwartier gelopen te hebben. Voorzieningen waren er niet, dus je moet wel, maar het loopt goed op het stevige ontbijt dat ik verorberde in het hotel. Vreemd hotel. Al tien kilometer vooraf stond het aangekondigd, vermeld met alle faciliteiten. “Zal wel een duur ding zijn, waar ik moet betalen voor alle mogelijkheden die ik toch niet benuttig.” En dan vraag je naar de prijs en blijkt het nog goedkoper dan het pension van afgelopen zaterdag. Het biedt plaats aan naar schatting, ik doe een gooi, tenminste zestig gasten en uit niets blijkt dat er meer mensen hebben overnacht dan ik alleen.
Maar ik sliep goed en het ontbijt was idem dito.
Gistermiddag was de bewolking bijna opgelost, de weg was droog en we leken de goede kant op te gaan, maar vanmorgen is de weg weer nat, de wolken zijn grauw zwart en op de tv zag ik in het weerbericht dat het in Europa alleen nog in Tsjechië regent en dan ook nog alleen in het midden van het land, waar ik nu ben. Het regent dan ook voldoende op mijn weg deze morgen om te kunnen zeggen dat ik slecht weer heb. Toch, na het eten lijkt het buiten wat lichter te worden. Koud is het gelukkig niet meer. Ik verlang naar mooie meidagen.
Misschien moet ik wachten tot volgend jaar.

De restaurants hier in Tsjechië zijn weer echte restaurants geworden. Je kan er eten van elf tot drie en twintig uur. Ze zijn spotgoedkoop. Een halve liter bier kost vijf en twintig kronen en dat is één Euro en de meeste schotels kosten onder de honderd kronen, dat is dus nog geen vier Euro. De kwaliteit van het eten is goed. ‘k Heb nog geen andere ervaringen. Vroeger kon je hier eten in grote volkskeukens. Je moest op tijd komen, dan kon je aansluiten in een lange rij, aan het eind waarvan een echte volksmoeder in witte schort en hoofddoek gestoken vervaarlijk de pollepel zwaaide, waarmee ze jou dan uit een grote pan een portie op een bord kwakte. Onder het motto: “In het socialisme heeft iedereen genoeg te eten”. Maar niemand vind het lekker, was de aanvulling die ik leerde na genoeg socialisme geconsumeerd te hebben. Uiteraard kostte zo’n maaltijd die je met een aluminium vork geacht werd naar binnen te werken bijna niks. Aluminium bestek, daar gruw je uren na het gebruik nog van. Dat was zoiets als het krijtje vroeger op het schoolboord dat krijste, daar kon je uren later de rillingen ook nog van over je rug lopen. Zo ging het ook met het aluminium bestek dat over je tong krijste.


  • 21 Mei 2010 - 17:04

    Arie Ribbers:

    Je kunt het nog steeds, Jan, mooie verhalen schrijven. Ik lees ze met plezier. Ik wens je nog een heel goede tocht en laat bij gelegenheid weer war van me horen.
    Groet, Arie Ribbers

  • 21 Mei 2010 - 19:16

    Joke:

    dat was weer genieten, zeker ook door de stukjes geschiedenis en het grote verschil tussen de mensen in verschillende landen.
    ik ben net terug van 3 weken wallonié en ondanks mijn 3 woorden frans erg behulpzame mensen ontmoet! (dat was vroeger ook wel anders!)al was ik dan niet echt een wandelaar. veel plezier onderweg en fijne weersomstandigheden!

  • 21 Mei 2010 - 19:52

    Haccou :

    Hallo Jan
    Eindelijk tijd om te reageren op je onderhoudende reis verslagen.Wat jammer van het slechte weer terwijl wij hier in frankrijk al dagen prachtig weer hebben maarrr slecht voor tenthouders want het waait als de mistral .Wij hadden net als jij zulke slechte ervaringen in TJECHIË alleen nog slechter al is dat 20 jaar geleden maar er is dus niets veranderd.In Slowakije zal het je beter vergaan vrolijker mensen en ook de huizen met meer kleur.Goede voortzetting en zien uit naar je verdere avonuren.groet van ons F&F

  • 23 Mei 2010 - 15:24

    Maarten:

    Bij de weersoverzichten zag ik al dat je er wel eens midden in het regengebied kon zitten.Gelukkig tref je nu beter weer en eten. Haast niet meer voor te stellen dat je een paar jaar geleden zo'n last had van je voeten. Komt zeker omdat je op weg bent naar bedevaartplaatsen! Goede reis verder.

  • 23 Mei 2010 - 15:24

    Maarten:

    Bij de weersoverzichten zag ik al dat je er wel eens midden in het regengebied kon zitten.Gelukkig tref je nu beter weer en eten. Haast niet meer voor te stellen dat je een paar jaar geleden zo'n last had van je voeten. Komt zeker omdat je op weg bent naar bedevaartplaatsen! Goede reis verder.

  • 23 Mei 2010 - 17:12

    Els:

    Dag Jan,
    Het was weer genieten en boeiend tot het eind.Leuk om ook een stukje geschiedenis mee te krijgen. Ga zo door Jan, dan blijf ik aan jouw lippen hangen.(haha)
    Wij hebben vandaag een stralende dag gehad. Ik hoop dat het met jou ook het geval is.
    Het ga je goed. Hartelijke groeten, Els

  • 24 Mei 2010 - 17:59

    Anita:

    Jan, super om bovenstaand verslag te lezen. Wat een verschil in mensen door jou verhalen heen zeg! Gelukkig is mijn ervaring met Tsjechië beter. Er zijn gelukkig ook wel behulpzame mensen. Hoewel de taal idd een behoorlijk probleem is. Met hoe-en-wat in het Tsjechisch kwam ik indertijd nog een heel eind. Je moet het wel treffen met de mensen die je tegenkomt moet ik eerlijkheidshalve wel erbij zeggen.

    Fijn dat het zwarte mannetje toch heel af en toe bij je is. Ik hoop voor je dat ie de komende tijd weer volop zin heeft je te vergezellen. Ik duim voor je. En kijk uit naar je volgende verslag.

    Groetjes Anita

  • 25 Mei 2010 - 08:25

    Adriana:

    Wat een negatieven verslagen. Jammer.


  • 25 Mei 2010 - 08:45

    Jan Huijsman:

    met plezier je verslag gelezen. zelf ben ik woonachtig in tsjechie!
    ik zie je niet gauw lid worden van www.tsjechie.net waar tsjechie-liefhebbers met elkaar communiceren.
    succes bij volgende verplaatsingen!
    jan huijsman

  • 25 Mei 2010 - 11:21

    Leen:

    Tjonge jonge wat een negativeling. Ik woonde 3 jaren in Praag en nu bijna 4 jaar in de buurt van Plzen. Hartelijke mensen ontmoet waar Jan een puntje aan kan zuigen. Maar ja, Jan loopt naar Rome.

  • 25 Mei 2010 - 11:24

    L1:

    En dan bedoel in natuurlijk Jan Bloemendaal ;-)

  • 25 Mei 2010 - 14:02

    Vaclavov:

    Wat een mafkees

  • 25 Mei 2010 - 18:05

    Piet:

    Mijn advies:
    Na Rome gewoon doorlopen

  • 25 Mei 2010 - 20:17

    A3vW:

    Ik vind je erg negatief Jan ik woon in CZ en heb weinig negatieve ervaringen. Mensen zijn anders dan in NL maar niet behulpzaam, Daar ben ik het niet mee eens. En nog wat CZ was niet socialistich maar communistich en dat was heel wat anders en heeft zijn sporen nagelaten.

  • 25 Mei 2010 - 23:50

    Johannes P.:

    Ik heb de berichtgeving hier de afgelopen uren met belangstelling gevolgd, met name door een vermelding van jouw verhaal op een Tsjechisch forum. Ten eerste wil ik vermelden dat ik de grootste bewondering heb voor het ondernemen van een dergelijke 'wandeling'. Ten tweede had ik, na de genoemde link, wel verwacht dat je verhaal een aantal negatieve reacties zou opleveren. Mijn advies; ga gewoon door met het geven van je eigen(zinnige) kijk op de landen waar je doorheen trekt. En trek je niets aan van de "roze-bril"-opemerkingen van bepaalde leden van Tsjechie-forums...

  • 26 Mei 2010 - 11:33

    Jan Bloemendaal:

    Hartelijk dank aan die onbekende die mijn verhaaltjes op het Tsjechië forum plaatste.
    Laat die Tsjechische Nederlanders ook het vervolg lezen.

  • 26 Mei 2010 - 13:32

    Rene:

    hele onderneming jan
    groetjes rene

  • 29 Mei 2010 - 00:19

    Char.:

    KNAP!!... Jij schrijft zoals ik denk...HAaHaahAAA... Dan moet je toch wel over een bepaalde gave beschikken!!..

    En laat ze maar lullen, hoor!!.. Het is jouw beleving,..jouw wereld..

    Ik wens je nog veel versleten schoenen toe!!..

    Char. (van www.Tsjechie. net)

    Ps. Ik loop zelf nog geen krantenwijk!!..

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Tsjechische Republiek, Kutná Hora

Jan

Actief sinds 11 Aug. 2008
Verslag gelezen: 955
Totaal aantal bezoekers 86812

Voorgaande reizen:

25 Januari 2011 - 31 December 2020

Onbekende duur

15 April 2010 - 15 Augustus 2010

Omweg naar Rome

15 September 2008 - 15 April 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: